7.
Sluit de reinigingsklep. Duw de klep voorzichtig naar de printer totdat beide grendels op hun plaats
klikken.
8.
Zet de printer weer in de normale positie.
9.
Sluit het netsnoer en andere kabels weer aan op de achterkant van de printer en druk vervolgens op de
knop Stroomvoorziening (
Ontdek hoe u papierstoringen kunt vermijden
Houd u aan de volgende richtlijnen om papierstoringen te voorkomen.
Plaats niet te veel afdrukmateriaal in de invoerlade.
●
Verwijder regelmatig afgedrukte exemplaren uit de uitvoerlade.
●
Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd zijn.
●
Plaats verschillende papiersoorten en papierformaten niet gelijktijdig in de invoerlade. De gehele stapel
●
papier in de invoerlade moet van dezelfde papiersoort en van hetzelfde formaat zijn.
Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg dat
●
de papierbreedtegeleider het papier in de papierlade niet buigt.
Schuif het papier niet te ver naar onder in de invoerlade.
●
Voeg geen papier toe tijdens het afdrukken. Als het papier in de printer bijna op is, moet u wachten tot
●
de boodschap "papier is op" verschijnt alvorens papier toe te voegen.
Problemen met de papieraanvoer oplossen
Welk probleem ondervindt u?
Papier wordt niet uit de invoerlade opgenomen
●
Controleer of er papier in de invoerlade is geplaatst. Zie
–
meer informatie.
Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg
–
dat de papierbreedtegeleider het papier in de papierlade niet buigt.
Controleer of het papier in de invoerlade niet is omgekruld. Maak het papier weer recht door het in
–
de tegenovergestelde richting van de krul te buigen.
Pagina's zitten scheef
●
88
Hoofdstuk 9 Een probleem oplossen
) om de printer in te schakelen.
Afdrukmateriaal laden op pagina 12
voor
NLWW