Oliepeil controleren:
De dieselmotor starten, de hoofdkoppeling inschakelen, beide 1 min laten lopen en
vervolgens de dieselmotor uitschakelen.
Het oliepeil moet tot aan midden van het kijkglas (2) reiken.
Wanneer de olie niet tot het midden van het kijkglas (2) reikt:
De afsluitschroef van de olievulboring (1) demonteren.
Olie via de olievulboring (1) tot het midden van het kijkglas (2) bijvullen.
De afsluitschroef van de olievulboring (1) monteren, aandraaimoment
Olie verversen:
ü Voor uittredende olie is een geschikt reservoir aanwezig.
De sluitschroef van de olievulboring (1) demonteren.
De kap van het aftapaansluitstuk (3) demonteren en olie aftappen.
De kap van het aftapaansluitstuk (3) monteren, aandraaimoment
Nieuwe olie via de olie-vulboring (1) tot het midden van het kijkglas (2) bijvullen.
De sluitschroef van de olie-vulboring (1) monteren, aandraaimoment
29.4
Onderhoud tussenaandrijving invoer
LET OP
Schade aan aandrijving door verkeerde oliehoeveelheid
Wanneer de invoer bij de controle motoroliepeil en bij de olieverversing niet horizontaal staat,
bestaat gevaar dat zich er te veel of te weinig olie in de aandrijving bevindt.
Controleer of het deksel van de intrekbehuizing bij de controle motoroliepeil en bij de
olieverversing horizontaal staat.
BXG001-112
De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole, olieverversing en filterelementvervanging veilig
uitvoeren" in acht nemen,
Oliepeil controleren
De omgeving van de oliepeilstok (1) grondig reinigen.
De oliepeilstok (1) uittrekken, reinigen en volledig inschuiven. Voor het reinigen van de
oliepeilstok een pluisvrije doek gebruiken.
De oliepeilstok (1) eruit trekken en oliepeil controleren.
ð Wanneer het motoroliepeil tussen de markeringen "min." en "max." wordt aangegeven:
BiG X 630
Originele handleiding 150001258_01_nl
Onderhoud tussenaandrijving invoer
1
max.
min.
zie
Pagina 36.
Onderhoud – transmissie
zie
Pagina 437.
zie
Pagina 437.
zie
Pagina 437.
2
29
29.4
549