implantaatsysteem. Interferentie kan ook veroorzaakt worden
door elektrische leidingen, elektrostatische ontlading,
metaaldetectorpoorten op de luchthaven, etc.
Houd de magneten (bijv. batterijhulpstuk, EasyPhone-magneet, etc.)
op minstens 15 cm afstand van het actieve implantaatsysteem.
Bij gebruik van Phonak draadloze accessoires, raadpleegt u het
hoofdstuk 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften' van uw
draadloze accessoire-handleiding.
Het gebruik van accessoires, transducers en kabels, anders
dan degene die door de fabrikant van deze apparatuur zijn
gespecificeerd of meegeleverd, kan leiden tot verhoogde
elektromagnetische emissies of verlaagde elektromagnetische
immuniteit van deze apparatuur en leiden tot onjuiste werking.
Draagbare RF-communicatieapparatuur (inclusief
randapparatuur zoals antennekabels en externe antennes) moet
op meer dan 30 cm van elk onderdeel van de hoortoestellen
worden gebruikt, inclusief de door de fabrikant gespecificeerde
kabels. Indien dit niet in acht wordt genomen, kan dit leiden tot
verslechtering van de prestaties van deze apparatuur.
Hoortoestellen mogen niet uitgerust worden met eartips wanneer
deze gebruikt worden door cliënten met een geperforeerd
trommelvlies, ontstoken gehoorgang of wanneer de holtes van
63