Inhoudsopgave
Advertenties
Chapter
Hoofdstuk
7
Het gebruik van verschillende functies
Details van elk element van de functie setup
■ TA-modus toonregeling (midden)
U kunt de hoge frequenties van tonen van de
klankbodem aanpassen.
–12 tot +12
Instelmarge
0
Standaardinstelling
N.B.
Deze instelling keert niet terug naar de standaardinstelling
wanneer het instrument uitgeschakeld wordt.
■ MIDI-transmissiekanaal
U kunt het kanaal toewijzen waarop het instrument de
MIDI-gegevens van het toetsenspel overdraagt.
Het instrument draagt de MDI-
1 tot 16
gegevens van het toetsenspel
over op het toegewezen kanaal.
Instelmarge
Het instrument overdraagt de
Uit
MIDI-gegevens niet.
1
Standaardinstelling
N.B.
• Wanneer u de dubbelklanken gebruikt, worden de eerste
soundgegevens aan het vastgelegde kanaal overgedragen.
De tweede soundgegevens worden op het volgende kanaal
naast het vastgelegde kanaal overgedragen.
• Deze instelling keert niet terug naar de standaardinstelling
wanneer het instrument uitgeschakeld wordt.
46
■ Piano weergavekanaal
U kunt het gewenste kanaal dat als pianopartij
weergegeven wordt toewijzen, wanneer het instrument
de MIDI-gegevens ontvangt.
Het instrument geeft de MIDI-
Uit
gegevens van een externe
MIDI-apparaat als titel weer.
Het instrument geeft het eerste
kanaal van de MIDI-gegevens
1
van het externe MIDI-apparaat
Instelmarge
als een pianopartij weer.
Het instrument geeft het
eerste en tweede kanaal van
1–2
de MIDI-gegevens van het
externe MIDI-apparaat als een
pianopartijen weer.
1–2
Standaardinstelling
N.B.
Deze instelling keert niet terug naar de standaardinstelling
wanneer het instrument uitgeschakeld wordt.
■ Locale Controle
U kunt kiezen of de gegevens van het toetsenspel
naar de interne toongenerator van het instrument
overgebracht worden.
De gegevens van het
toetsenspel worden naar
de interne toongenerator
overgedragen. De op het
Aan
toetsenbord gespeelde
noot wordt door de
interne toongenerator
gereproduceerd.
De gegevens van
Instelmarge
het toetsenspel
worden niet aan de
interne toongenerator
Uit
overgebracht. De op het
toetsenbord gespeelde
noot wordt door de
externe MIDI-apparaat
gereproduceerd.
Aan
Standaardinstelling
■ Programma veranderen
U kunt kiezen of het instrument nummers voor
programmaveranderingen overdraagt of ontvangt.
Het instrument overdraagt
Aan
of ontvangt nummers voor
programmaveranderingen.
Instelmarge
Het instrument overdraagt of
Uit
ontvangt geen nummers voor
programmaveranderingen.
Aan
Standaardinstelling
N.B.
• Voor details over nummers van programmaveranderingen
zie ,MIDI Data Format' op pagina D7.
• Deze instelling keert niet terug naar de standaardinstelling
wanneer het instrument uitgeschakeld wordt.
■ Controle veranderen
U kunt kiezen of het instrument
controleveranderingsmeldingen overdraagt of ontvangt.
Het instrument
Aan
overdraagt of ontvangt
.
controleveranderingsmeldingen
Instelmarge
Het instrument overdraagt
Uit
of ontvangt geen
controleveranderingsmeldingen.
Aan
Standaardinstelling
N.B.
• Voor details over controleveranderingsmeldingen zie ,MIDI
Data Format' op pagina D7.
• Deze instelling keert niet terug naar de standaardinstelling
wanneer het instrument uitgeschakeld wordt.
Het gebruik van verschillende functies
Details van elk element van de functie setup
■ Automatisch uitschakelen
M.b.v. de automatische uitschakelfunctie kunt u de
stroomtoevoer automatisch uitschakelen als u het
instrument gedurende 30 minuten niet gebruikt. U
kunt de automatische uitschakelfunctie activeren of
deactiveren.
De automatische
uitschakelfunctie is
geactiveerd. Het instrument
Aan
wordt automatisch
uitgeschakeld als het gedurende
30 minuten niet gebruikt wordt.
Instelmarge
De automatische
uitschakelfunctie is
Uit
gedeactiveerd. Gebruik de
POWER-knop
om het
instrument uit te schakelen.
Aan
Standaardinstelling
N.B.
Deze instelling keert niet terug naar de standaardinstelling
wanneer het instrument uitgeschakeld wordt.
Chapter
Hoofdstuk
7
47
Advertenties
Inhoudsopgave
