Chapter
Hoofdstuk
7
Het gebruik van verschillende functies
Details van elk element van de functie setup
■ Geluidssterkte van de metronoom
U kunt de geluidssterkte van de metronoom instellen.
1 tot 20
Instelmarge
15
Standaardinstelling
■ Een keer herhalen
U kunt de actueel gekozen titel herhalen.
Aan, uit
Instelmarge
Uit
Standaardinstelling
N.B.
Deze instelling wordt bij willekeurige of ,geef alle weer'
gedeactiveerd.
■ Balans van de titels
U kunt de balans van de geluidssterkte tussen het
spelen op het toetsenbord en de weergave van titels
(MIDI en audio) instellen. Verhoog de waarde om
de geluidssterkte van het toetsenspel te verminderen.
Verlaag de waarde om de geluidssterkte van de
weergave van titels te verminderen.
–64 tot 64
Instelmarge
0
Standaardinstelling
N.B.
• De oorspronkelijke balans van de geluidssterkte is voor
sommige PianoSoft titels ingesteld. Tijdens de weergave
van zulke titels wordt prioriteit verleend aan diens
oorspronkelijke balans van geluidssterkte.
• De van de piano van PianoSoft titels (inclusief de demo
en voorgegeven titels in het instrument) wordt herkent als
toetsenspel. Daarom wordt door het verhogen van deze
waarde de geluidssterkte van de pianoklank vermindert.
• Deze instelling keert niet terug naar de standaardinstelling
wanneer het instrument uitgeschakeld wordt.
44
■ Titels transponeren
U kunt de toonhoogte van de weergave van de titels
(MIDI en audio) of de geluidsingang via AUX IN-
contact transponeren. De transpositie kan ingesteld
worden in stappen van kleine secundes. Bijvoorbeeld,
wanneer u de stap van de transpositie op 5 instelt,
wordt door het spelen van C3 de toonhoogte F3
weergegeven.
–12 tot 12
Instelmarge
0
Standaardinstelling
■ Audio stemming
U kunt de toonhoogte van de weergave van audiotitels
of de geluidsingang via AUX IN-contact trapsgewijs
in honderdsten (cents) van een kleine secunde
transponeren.
–50 tot 50 (cent)
Instelmarge
0 (cent)
Standaardinstelling
N.B.
100 cent komt overeen met een halve secunde.
■ De diepte van Damper Resonance
U kunt de diepte van het Damper Resonance effect
instellen, dat in werking treedt wanneer u het
demperpedaal (sustain) indrukt. Deze instelling is
werkzaam voor de piano sound.
0 tot 10
Instelmarge
5
Standaardinstelling
N.B.
• Damper Resonance werkt niet in de TA-modus
• Deze instelling keert niet terug naar de standaardinstelling
wanneer het instrument uitgeschakeld wordt.
■ De diepte van String Resonance
U kunt de diepte van het String Resonance effect
instellen. Deze instelling is werkzaam voor de piano
sound.
0 tot 10
Instelmarge
5
Standaardinstelling
N.B.
• String Resonance werkt niet in de TA-modus.
• Deze instelling keert niet terug naar de standaardinstelling
wanneer het instrument uitgeschakeld wordt.
String Resonance
Wanneer de hamer van een akoestische piano een
snaar aanslaat, trillen andere snaren mee, waardoor
een expressief geluid geproduceerd wordt. Het
effect dat door deze resonantie verkregen wordt,
wordt ,String Resonance effect' genoemd. Dit
effect reproduceert de natuurlijke resonantie op
de snaren die reeds ingedrukt gehouden worden
wanneer u de toetsen bespeelt.
■ De diepte van Sustain Sample
U kunt de diepte van het Sustain Sample effect
instellen, die toegepast wordt wanneer u het
pianopedaal indrukt. Deze instelling is werkzaam voor
de pianosound.
0 to 10
Instelmarge
5
Standaardinstelling
N.B.
• Sustain Sample werkt niet in de TA-modus.
• Deze instelling keert niet terug naar de standaardinstelling
wanneer het instrument uitgeschakeld wordt.
Sustain Sample
Dit is de sample van de de unieke verandering
in het geluid van de snarenresonantie en de
klankbodem van een akoestische piano, wanneer u
het pianopedaal indrukt .
Het gebruik van verschillende functies
Details van elk element van de functie setup
■ Key-off Sample Volume
De geluidssterkte van Key-off Sample kan ingesteld
worden. Deze instelling is werkzaam voor de
pianosound.
0 tot 10
Instelmarge
5
Standaardinstelling
N.B.
Deze instelling keert niet terug naar de standaardinstelling
wanneer het instrument uitgeschakeld wordt.
Key-off Sample
Dit is de sample van subtiele geluiden, die
geproduceerd worden wanneer u de toets loslaat.
■ TA-modus toonregeling (laag)
U kunt de lage frequenties van tonen van de
klankbodem aanpassen.
–12 tot +12
Instelmarge
0
Standaardinstelling
N.B.
Deze instelling keert niet terug naar de standaardinstelling
wanneer het instrument uitgeschakeld wordt.
■ TA-modus toonregeling (midden)
U kunt de middenfrequenties van tonen van de
klankbodem aanpassen.
–12 tot +12
Instelmarge
0
Standaardinstelling
N.B.
Deze instelling keert niet terug naar de standaardinstelling
wanneer het instrument uitgeschakeld wordt.
Chapter
Hoofdstuk
7
45