LTC 8100-serie | Instructiehandleiding | Problemen oplossen
17.0 PROBLEMEN OPLOSSEN
Allegiant-systemen zijn ontworpen om lange tijd betrouwbaar te kunnen functioneren. Alle circuits bestaan uit de
nieuwste onderdelen, ontworpen rondom één eenheid. Als het toch nodig is om problemen op te lossen, volgt u de
onderstaande richtlijnen:
Probleem
Systeem controleren
De LED op de voorzijde brandt niet.
Groene STATUS-LED op de
voorzijde knippert niet en de
BATTERIJ-LED is uit.
Bedieningspaneel controleren
Geen indicators op het display van
het bedieningspaneel.
De indicators op het
bedieningspaneel branden, maar
het bedieningspaneel werkt niet.
Beperkte
bedieningspaneelfuncties.
De joystick van het
bedieningspaneel is niet
gecentreerd.
Videomonitordisplay controleren
Er is geen beeld op de monitoren.
Er is geen beeld op sommige
monitoren.
Slecht beeld op een monitor.
Gedeeltelijk of geen alfanumeriek
on-screen display.
Het gedeelte voor tijd en datum
van het on-screen display wisselt
af met ?? ?? ?? en de LED op de
voorzijde geeft aan dat de
batterijen bijna leeg zijn.
Bosch Security Systems | December 29, 2004
Beschrijving/oplossing
• Controleer de aansluiting op de netspanning.
• Schakel de unit gedurende 30 seconden uit. Schakel de unit weer in en controleer of de
STATUS-LED knippert. Als deze nog steeds niet werkt, neemt u contact op voor service.
• Als de rode BATTERIJ-LED brandt, vervangt u de batterijen van de microprocessor. Volg de
procedure die wordt beschreven in Onderhoud.
• Controleer de verbindingskabel tussen het bedieningspaneel en de centrale eenheid op
gebroken draden en vervang de kabel zo nodig.
• Plaats de aansluiting van het bedieningspaneel op de eenheid in een andere ingangspoort.
• Vervang het bedieningspaneel.
• Controleer of het bedieningspaneel is aangemeld bij het systeem (als de aanmeldingsfunctie is
ingeschakeld).
• Controleer de verbindingskabel tussen het bedieningspaneel en de centrale eenheid op
gebroken draden en vervang de kabel zo nodig.
• Plaats de aansluiting van het bedieningspaneel op de eenheid in een andere ingangspoort.
• Vervang het bedieningspaneel.
• Voer zo mogelijk de lokale bedieningspaneeltest uit zoals beschreven in hoofdstuk 13,
GEBRUIKERSFUNCTIES BEDIENINGSPANEEL, om de werking van alle toetsen te controleren.
Als deze lokale test niet kan worden uitgevoerd, vervangt u het bedieningspaneel.
• Gebruikers van het LTC 8059/00 MCS voor Windows-pakket of van de LTC 8850/00 GUI-
software moeten de blokkeringstabellen raadplegen om vast te stellen of het probleem wordt
veroorzaakt door de tabellen voor gebruikersbeperkingen. Als de tabelinstellingen zijn
gecontroleerd en er geen discrepanties zijn gevonden, vervangt u het bedieningspaneel.
• Als de analoge joystick van het systeembedieningspaneel niet meer gecentreerd is wegens
normaal gebruik, kan deze opnieuw worden gekalibreerd. Als u een IntuiKey-bedieningspaneel
gebruikt, gaat u naar het menu Keyboard Control (Bedieningspaneelbesturing) en drukt u op
Joystick Auto Calibrate (Joystick automatisch kalibreren). Als u het LTC 8555-bedieningspaneel
gebruikt, raadpleegt u de procedure Gebruikersfunctie 1.
• Controleer of de CPU goed werkt zoals hierboven beschreven onder Systeem controleren.
• Controleer of op verdachte monitoren een werkende camera is geselecteerd.
• Controleer of de monitor werkt.
• Controleer de coaxkabels van de monitoren.
• Controleer of de coaxkabel is aangesloten op de juiste monitor op de achterzijde van de eenheid.
• Controleer de aansluiting van deze monitor.
• Controleer of een goed functionerende, op de monitor geselecteerde camera goed werkt.
• Controleer de door de gebruiker te selecteren helderheid (via gebruikersfunctie 5) en controleer
vervolgens of het alfanumerieke display is ingeschakeld (via gebruikersfunctie 6). Selecteer de
positie van de overlay met gebruikersfunctie 4.
• Vervang de CPU-batterijen.
NL | 51