LTC 8100-serie | Instructiehandleiding | Gebruikersfuncties bedieningspaneel
Met gebruikersfunctie 25 kunt u ook een statusdisplay of een
monitormelding van 12 tekens weergeven op de eerste
regel van het monitordisplay. Op het statusdisplay wordt
informatie over alarmen, sequenties en blokkeringen van
deze monitor weergegeven. De monitormelding is een
stationaire weergave. Dit betekent dat het display
hetzelfde blijft als u op de monitor naar het beeld van
een andere camera schakelt. Zodra u in deze modus
bent, beweegt u de joystick naar links om een
monitormelding te kiezen, of naar rechts om de status te
kiezen op de monitor die door het bedieningspaneel
wordt bestuurd. Druk op ENTER om alle
systeemmonitoren dezelfde instelling te geven. Als u een
LTC 8555-bedieningspaneel gebruikt, drukt u op USER
(GEBRUIKER) om de modus af te sluiten.
13.1.27 Gebruikersfunctie 26 -
Displayoptie instellen op alle monitoren
Deze functie lijkt op gebruikersfunctie 6, behalve dat de
displayoptie van alle monitordisplays in het systeem
wordt geselecteerd. Met gebruikersfunctie 26 kunnen de tijd
en de datum, de linkerkant van het display of het hele
display van alle systeemmonitoren worden verwijderd.
Beweeg de joystick naar beneden om de tijd en de datum
van het scherm te wissen. Dit kan soms wenselijk zijn als
er een VCR wordt gebruikt met een eigen tijd en datum.
Beweeg de joystick omhoog om de tijd en de datum weer
terug te zetten. Beweeg de joystick naar links om de
inhoud van het linkergedeelte van het monitordisplay te
wissen, en naar rechts om deze terug te zetten. Raadpleeg
gebruikersfunctie 5 of 25 om het helderheidsniveau te
controleren. Druk op ENTER om alle systeemmonitoren
bij te werken met de geselecteerde opmaak. Als u een
LTC 8555-bedieningspaneel gebruikt, drukt u op USER
(GEBRUIKER) om de modus af te sluiten.
13.1.28 Gebruikersfunctie 27 -
Aanmelding voor bedieningspaneel selecteren
Met deze functie wordt de systeemfunctie voor aan-
melding bij het bedieningspaneel bestuurd. Beweeg de
joystick omhoog of omlaag om het systeem in de
gewenste modus te zetten. Als de aanmeldingsfunctie is
ingeschakeld (MUST USE KBD PWD (WACHT-
WOORD BEDIENINGSPANEEL VERPLICHT) is
geselecteerd), moeten alle gebruikers zich via de
systeembedieningspanelen bij het systeem aan- en
afmelden. Alle gebruikers moeten een gebruikersnummer
en een correct wachtwoord opgeven om interactie met
het systeem te kunnen hebben. Als de aanmeldings-
functie is uitgeschakeld (NO KBD PWD LOGIN
(GEEN WACHTWOORDAANMELDING) is
geselecteerd), zijn de systeembedieningspanelen altijd on
line bij het systeem.
Zodra de selectie is gemaakt, sluit u de gebruikersfunctie
modus af en herstelt u het systeem met gebruikersfunctie 15,
of door de netspanning van het systeem uit en weer in te
Bosch Security Systems | December 29, 2004
schakelen. Zodra het systeem is hersteld, is de functie
voor bedieningspaneelaanmelding actief en moeten
gebruikers op alle systeembedieningspanelen zich
aanmelden om toegang tot het systeem te krijgen.
13.1.29 Gebruikersfunctie 28 -
Aanmelding voor console selecteren
Met deze functie wordt de externe functie voor
Aanmelding bij consolepoort bestuurd. Zodra u in deze
modus bent, beweegt u de joystick omhoog of omlaag
om de functiemodus voor het systeem te selecteren. Als
de aanmeldingsfunctie is ingeschakeld (MUST USE
CON PWD (WACHTWOORD CONSOLE
VERPLICHT) is geselecteerd), moeten gebruikers van
alle externe pc's of andere computerapparaten zich
aanmelden om met het systeem te kunnen
communiceren. Op externe computerapparaten moeten
een gebruikersnummer en een correct wachtwoord
worden opgegeven. Als de functie voor consoleaanmelding
is uitgeschakeld (NO CON PWD LOGIN (GEEN
WACHTWOORDAANMELDING) is geselecteerd), is
de consolepoort beschikbaar voor communicatie.
Zodra de selectie is gemaakt, sluit u de gebruikersfunctie-
modus af en herstelt u het systeem met gebruikersfunctie 15,
of door de netspanning van het systeem uit en weer in te
schakelen. Zodra het systeem is hersteld, is de functie
voor consoleaanmelding actief en moeten gebruikers op alle
externe computerapparaten zich aanmelden om toegang
tot het systeem te krijgen.
13.1.30 Gebruikersfunctie 29 -
Standaardinstellingen RS-232-parameters
herstellen
Met deze functie keren de externe RS-232-poorten terug
naar een bekende standaardinstelling. Zodra u in deze
modus bent, geeft u een geldig wachtwoord op. Na het
terugzetten van de RS-232-protocollen naar de
standaardinstelling wordt het systeem hersteld. Raadpleeg
hoofdstuk 9, FABRIEKSINSTELLINGEN, voor meer
informatie.
13.1.31 Gebruikersfunctie 30 -
RS-232-consoleparameters instellen
Gebruikers met prioriteitsniveau 1 kunnen met deze
functie opties voor de RS-232-baudsnelheid en -
handshake instellen voor de consolepoort van het
systeem. Zodra u in deze modus bent, worden de huidige
instellingen weergegeven. Beweeg de joystick
omhoog/omlaag om de baudsnelheid te selecteren, en
naar links/rechts om de handshake-optie te selecteren.
Nadat de poort is gewijzigd, is deze ook automatisch
ingesteld op 8 databits, geen pariteit en één stopbit.
Zodra nieuwe instellingen zijn geselecteerd, geeft u het
wachtwoord op en drukt u op ENTER. Als u een
LTC 8555-bedieningspaneel gebruikt, drukt u op USER
(GEBRUIKER) om de modus af te sluiten.
NL | 44