Informatie voor beheerders
❏ Transportprotocol
Als u Poortnummer selecteert bij Methode van poortkeuze, moet u een vorm van inkapseling configureren.
Items
Elk protocol
TCP
UDP
ICMPv4
❏ Lokale poort
Als u Poortnummer selecteert voor Methode van poortkeuze en TCP of UDP selecteert voor
Transportprotocol, geeft u poortnummers op, gescheiden door komma's, om het ontvangen van pakketten te
controleren. U kunt maximaal tien poortnummers invoeren.
Voorbeeld: 20,80,119,5220
Als u geen poortnummer opgeeft, worden alle poorten gebruikt.
❏ Externe poort
Als u Poortnummer selecteert voor Methode van poortkeuze en TCP of UDP selecteert voor
Transportprotocol, geeft u poortnummers op, gescheiden door komma's, om het verzenden van pakketten te
controleren. U kunt maximaal tien poortnummers invoeren.
Voorbeeld: 25,80,143,5220
Als u geen poortnummer opgeeft, worden alle poorten gebruikt.
IKE-versie
Selecteer IKEv1 of IKEv2 als IKE-versie. Selecteer een van beide op basis van het apparaat waarop de printer
wordt aangesloten.
❏ IKEv1
De volgende items worden weergegeven wanneer u IKEv1 selecteert voor IKE-versie.
Items
Verificatiemethode
Vooraf gedeelde sleutel
Vooraf gedeelde sleutel
bevestigen
>
Instellingen voor de netwerkbeveiliging
Instellingen en toelichting
Selecteer deze optie om alle protocoltypen aan te sturen.
Selecteer deze optie om de gegevens voor unicast aan te sturen.
Selecteer deze optie om de gegevens voor broadcast en multicast aan te sturen.
Selecteer deze optie om een pingopdracht aan te sturen.
Instellingen en toelichting
Als u IPsec selecteert bij Toegangsbeheer, moet u een optie selecteren. Het gebruikte
certificaat is gelijk aan dat van het standaardbeleid.
Als u Vooraf gedeelde sleutel selecteert bij Verificatiemethode, voer dan een vooraf
gedeelde sleutel in van minimaal 1 en maximaal 127 tekens.
Voer de geconfigureerde sleutel in ter bevestiging.
708
>
Versleutelde communicatie met IPsec/