De printer voorbereiden en standaardinstellingen configureren
Items
Opslaan in
Gebruikersnaam
Wachtwoord
FTP
Veilige verbinding
Opslaan in
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Aansluitmodus
Poortnummer
Certificaatvalidatie
SharePoint(WebDAV)
Veilige verbinding
Opslaan in
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Instellingen en toelichting
\\"Mappad"
Voer de locatie van de doelmap in. Gebruik minimaal 1 en maximaal 253 tekens in
Unicode (UTF-8) en laat "\\" weg.
Voer een gebruikersnaam in om toegang te krijgen tot een netwerkmap. Deze
mag maximaal 30 tekens bevatten in Unicode (UTF-8). Vermijd hierbij het gebruik
van stuurcodes (0x00 tot 0x1F, 0x7F).
Voer een wachtwoord in om toegang te krijgen tot een netwerkmap. Dit mag
maximaal 20 tekens bevatten in Unicode (UTF-8). Vermijd hierbij het gebruik van
stuurcodes (0x00 tot 0x1F, 0x7F).
Selecteer FTP of FTPS, afhankelijk van het protocol voor bestandsoverdracht dat
door de FTP-server wordt ondersteund. Selecteer FTPS om communicatie door de
printer met beveiligingsmaatregelen toe te staan.
Voer het serveradres in. Gebruik minimaal 1 en maximaal 253 tekens in Unicode
(UTF-16) en laat "ftp://" of "ftps://" weg. Vermijd hierbij het gebruik van stuurcodes
(0x0000 tot 0x001f, 0x007F).
Voer een gebruikersnaam in om toegang te krijgen tot een FTP-server. Deze mag
maximaal 30 tekens bevatten in Unicode (UTF-8). Vermijd hierbij het gebruik van
stuurcodes (0x00 tot 0x1F, 0x7F). Als de server anonieme verbindingen toestaat,
voert u als gebruikersnaam bijvoorbeeld Anoniem en FTP in. Als u dit niet
opgeeft, laat u dit leeg.
Voer een wachtwoord in om toegang te krijgen tot een FTP-server. Dit mag
maximaal 20 tekens bevatten in Unicode (UTF-8). Vermijd hierbij het gebruik van
stuurcodes (0x00 tot 0x1F, 0x7F). Als u dit niet opgeeft, laat u dit leeg.
Selecteer de verbindingsmodus in het menu. Als tussen de printer en de FTP-
server een firewall is ingesteld, selecteert u Passieve modus.
Voer een FTP-serverpoortnummer van 1 tot 65535 in.
Het certificaat van de FTP-server is geldig wanneer dit is ingeschakeld. Deze optie
is beschikbaar wanneer FTPS is geselecteerd bij Veilige verbinding.
Als u dit wilt configureren, moet u het CA-certificaat naar de printer importeren.
Selecteer HTTP of HTTPS, afhankelijk van het Hypertext Transfer Protocol dat door
de HTTP-server wordt ondersteund. Selecteer HTTPS om communicatie door de
printer met beveiligingsmaatregelen toe te staan.
Voer het serveradres in. Gebruik minimaal 1 en maximaal 253 tekens in Unicode
(UTF-16) en laat "http://" of "https://" weg. Vermijd hierbij het gebruik van
stuurcodes (0x0000 tot 0x001f, 0x007F).
Voer een gebruikersnaam in om toegang te krijgen tot een HTTP-server. Deze
mag maximaal 30 tekens bevatten in Unicode (UTF-8). Vermijd hierbij het gebruik
van stuurcodes (0x00 tot 0x1F, 0x7F). Als de server anonieme verbindingen
toestaat, voert u als gebruikersnaam bijvoorbeeld Anoniem in. Als u dit niet
opgeeft, laat u dit leeg.
Voer een wachtwoord in om toegang te krijgen tot een HTTP-server. Dit mag
maximaal 20 tekens bevatten in Unicode (UTF-8). Vermijd hierbij het gebruik van
stuurcodes (0x00 tot 0x1F, 0x7F). Als u dit niet opgeeft, laat u dit leeg.
103
>
De printer voorbereiden en