Afdrukken
>
Documenten afdrukken
5. Wijzig indien nodig de instellingen.
Zie de menuopties voor het printerstuurprogramma voor meer informatie.
6. Klik op OK om het printerstuurprogramma te sluiten voor meer informatie.
7. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
"Beschikbaar papier en capaciteiten" op pagina 536
&
"Papier laden" op pagina 204
&
"Lijst met papiersoorten" op pagina 201
&
"Tabblad papier/kwaliteit" op pagina 248
&
"Tabblad lay-out" op pagina 249
&
Menuopties voor het PostScript-printerstuurprogramma
Open het afdrukvenster in een toepassing, selecteer de printer en open het venster van het
printerstuurprogramma.
Opmerking:
Menu's kunnen variëren afhankelijk van de geselecteerde optie.
Tabblad papier/kwaliteit
Ladeselectie:
Selecteer de papierbron en het afdrukmateriaal.
Papierbron:
Selecteer de papierbron waaruit het papier wordt ingevoerd.
Selecteer Automatisch selecteren als u automatisch dezelfde papierbron wilt selecteren die is
geselecteerd in de Papierinstelling op de printer.
Media:
Selecteer de papiersoort waarop u afdrukt. Als u Niet opgegeven selecteert, wordt afgedrukt
vanaf de papierbron waarvoor in de printerinstellingen het volgende is ingesteld voor de
papiersoort.
Gewoon papier1, Gewoon papier2, Voorbedrukt, Briefhoofd, Kleur, Gerecycleerd, Normaal
papier van hoge kwaliteit
Er kan echter geen papier worden toegevoerd vanaf een papierbron die in de Instellingen
Automisch selecteren van de printer is uitgeschakeld.
Kleur:
Selecteer de kleur voor de afdruktaak.
>
Een document afdrukken met het PostScript-printerstuurprogramma (Windows)
248