De printer voorbereiden en standaardinstellingen configureren
A
Selecteer Doorsturen.
B
Selecteer Ja. Om de documenten automatisch af te drukken en ze door te sturen, selecteert u in plaats
daarvan Ja en afdrukken.
C
Selecteer Bestemming > Gegeven toevoegen en selecteer vervolgens doorstuurbestemmingen in de lijst
met contactpersonen of de lijst met cloudbestemmingen. U kunt tot vijf doorstuurbestemmingen opgeven.
Om te schakelen tussen de lijsten, tikt u op Cloud Doellijst of Contacten.
D
Tik op Sluiten voor het voltooien van het selecteren van bestemmingen voor doorsturen, en tik vervolgens
op Sluiten.
E
Selecteer in Opties als doorsturen mislukt of ontvangen documenten moeten worden afgedrukt of dat u ze
wilt opslaan in het Postvak IN van de printer wanneer het doorsturen mislukt.
F
Tik op OK.
Belangrijk:
c
Wanneer het Postvak IN vol is, wordt het ontvangen van faxberichten uitgeschakeld. U moet de documenten
verwijderen uit het Postvak IN wanneer ze zijn gecontroleerd. Het aantal documenten dat niet kon worden
doorgestuurd, wordt weergegeven in
Opmerking:
U kunt instellen dat de printer een e-mail verzendt naar mensen die u op de hoogte wilt brengen wanneer faxberichten
zijn doorgestuurd. Selecteer indien nodig E-mailmeldingen, stel de processen in en selecteer vervolgens in de
contactpersonenlijst de bestemming waarnaar u de meldingen wilt verzenden.
4. Selecteer Sluiten om de instellingen voor Onvoorwaardelijk opslaan/doorsturen te voltooien.
Opmerking:
❏ De onvoorwaardelijke instellingen voor het doorsturen van ontvangen faxberichten zijn geconfigureerd. U kunt indien
nodig Algemene instellingen instellen. Voor details wordt verwezen naar de toelichting voor Algemene instellingen in
het menu Instellingen opslaan/doorsturen.
❏ Als u een gedeelde map in een netwerk, een e-mailadres of een cloudaccount hebt geselecteerd als de
doorstuurbestemming, raden wij u aan te testen of u een afbeelding naar de bestemming kunt sturen.
Selecteer Scannen > E-mail, Scannen > Netwerkmap/FTP op het bedieningspaneel van de printer, selecteer de
bestemming en start het scannen.
Als u een cloudaccount hebt geselecteerd, kunt u een test uitvoeren door een afbeelding die in een faxbox is opgeslagen
door te sturen naar de bestemming. Selecteer Faxbox op het bedieningspaneel van de printer. Selecteer
Doorsturen(Cloud) voor een faxbox waarin elke afbeelding is opgeslagen, selecteer de bestemming en start het
doorsturen.
Gerelateerde informatie
"Instellingen opslaan/doorsturen" op pagina 586
&
Instellingen voor het opslaan en doorsturen van ontvangen faxberichten volgens specifieke
voorwaarden
U kunt ontvangen faxberichten opslaan en/of doorsturen volgens ingestelde voorwaarden.
op het startscherm, naast andere onverwerkte taken.
148
>
Instellingen voor afdrukken
(Menu) >