9.
Modellen met afstandsbediening ‑ Zet de aan/uit‑schakelaar in de aan‑stand.
NB: Handgestarte modellen ‑ Bij de eerste start van een nieuwe motor of na lange opslag kan er lucht in de
pompleidingen zitten. Druk in dat geval de pompbal meerdere malen in totdat u de vloeistof voelt stromen, en
druk hem dan vervolgens 4 tot 6 keer snel in zoals gebruikelijk bij het starten.
10. Handgestarte modellen ‑ Bij een koude motor de pompbal 4 tot 6 keer snel indrukken.
a. Trek eerst langzaam aan het startkoord totdat de startmotor aanslaat en trek vervolgens snel om de
motor te tornen.
b. Laat het koord langzaam teruglopen. Herhaal dit tot de motor aanslaat. Als de motor begint te haperen,
opnieuw voorinspuiten totdat de motor loopt.
11. Moellen met elektrische start ‑ Draai de contactsleutel naar "START" en start de motor. Als de motor koud
is, drukt u op de sleutel om de motor te choken. Als de motor niet binnen 10 seconden aanslaat, wacht u
30 seconden en probeert u het nogmaals. Als de motor begint in te houden, nogmaals voorinspuiten (op
sleutel drukken) tot de motor loopt.
BEDIENING
0%100
START
START
50
3075
3026
3076
3072