Onderhoud
Belangrijk: Zorg ervoor dat het platte vlak aan
de bovenkant van de voorste
uiteinden van de stuurstangen
evenwijdig is met de onderkant van
de stuurarm (fig. 47).
Figuur 47
Aanzicht vanaf voorzijde tractor, uiteinde van
stuurstang
1. Zo
4.
Controleer de toesporing nogmaals; zie
Toesporing meten, pagina 45.
Transmissie-olie
Onderhoudsinterval/Specificatie
Controleer het oliepeil elke 25 uur. Zorg ervoor dat
het oliepeil altijd tussen de markeringen op de
peilstok staat, als de cardanas koud is.
Type olie: SAE 10W-30 detergente olie,
(API service-klasse SG, SH of hoger)
Oliepeil controleren
1.
Tractor op vlakke ondergrond parkeren.
46
2
2
1
m–3583
2. Niet zo
2.
Aftakas uitschakelen, parkeerrem aantrekken,
hefinrichting laten zakken en contactsleutel op
"STOP" draaien om de motor te stoppen.
Contactsleutel verwijderen.
3.
Stoel voorover kantelen.
4.
Omgeving van de peilstok schoonmaken
(fig. 48), zodat er geen vuil in de vulopening kan
komen, waardoor de cardanas beschadigd zou
kunnen worden.
Figuur 48
1. Peilstok en vulbuis transmissie-olie
5.
Trek de transmissiepeilstok eruit en veeg het
metalen deel schoon met een doek (fig. 48).
6.
Druk de peilstok weer helemaal in de vulbuis
(fig. 5). Trek de peilstok eruit en controleer het
peil op het metalen deel. Bij koude cardanas
moet het oliepeil in het bedrijfsgebied, tussen de
markeringen F (maximum) en L (minimum), op
de peilstok staan (fig. 49).
7.
Als het oliepeil te laag is, langzaam juist genoeg
SAE 10W-30 detergente olie via de vulbuis
bijvullen om het niveau tot aan de F-markering
te doen stijgen.
Belangrijk: Niet boven de F-markering vullen,
om overlopen te voorkomen.
1
m–3260