Onderhoud
Rem
Stel altijd de parkeerrem in werking als u de machine
stopt of onbeheerd achterlaat. Controleer de rem vóór
elk gebruik. Als de parkeerrem slipt of onvoldoende
remvermogen heeft, moet die worden afgesteld.
Rem controleren
1.
Parkeer de machine op een vlakke ondergrond.
Aftakas uitschakelen, Hoog/Laag hendel op "N"
zetten, parkeerrem aantrekken, hefinrichting
laten zakken en contactsleutel op "STOP"
draaien om de motor te stoppen. Contactsleutel
verwijderen.
2.
De achterwielen moeten blokkeren en over de
grond slippen als u de tractor naar voren duwt.
Afstelling is nodig als de wielen draaien en niet
blokkeren; zie Rem afstellen.
Rem afstellen
De remafstelling bevindt zich aan de achterzijde van
de tractor (fig. 41). Als de parkeerrem slipt of
onvoldoende remvermogen heeft, moet die worden
afgesteld.
1.
Controleer de rem alvorens die af te stellen, zie
Rem controleren.
2.
Schakel de transmissie in neutraal.
3.
Trap het rempedaal in. Het pedaal moet ca.
51 mm (2") speling hebben (fig. 40) voordat de
rem in werking treedt.
42
Figuur 40
4.
Draai de stelmoer (fig. 41) totdat de speling
51 mm (2") bedraagt.
Figuur 41
1. Stelmoer voor rem
Belangrijk: De stelmoer niet te strak aandraaien.
Belangrijk: Als de parkeerrem gelost is, moeten
de achterwielen vrij draaien als u de
tractor duwt. Als een goede
remwerking en vrij draaien niet
mogelijk zijn, neemt u direct contact
op met een erkende Toro-dealer.
2"
m–3418
1
m–3417