4.2.2
Materiaal koelmiddelleidingen
▪ Materiaal leidingen: Met fosforzuur gedeoxideerd naadloos
koper.
▪ Flareverbindingen: Gebruik alleen gegloeide leidingen.
▪ Hardingsgraad en dikte leidingen:
Buitendiameter
Hardingsgraad
(Ø)
6,4 mm (1/4")
Gegloeid (O)
9,5 mm (3/8")
12,7 mm (1/2")
15,9 mm (5/8")
Gegloeid (O)
19,1 mm (3/4")
Halfhard (1/2H)
(a)
Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale
bedrijfsdruk van de unit (zie "PS High" op het naamplaatje
van de unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.
4.2.3
Leidingmaat selecteren
Bepaal de juiste maat aan de hand van de volgende tabellen en de
afbeelding (alleen als referentie).
INFORMATIE
▪ VRV DX-binnenunits mogen niet worden gecombineerd
met RA DX-binnenunits.
▪ RA DX-binnenunits mogen niet worden gecombineerd
met AHU-binnenunits.
▪ RA DX-binnenunits mogen niet worden gecombineerd
met luchtgordijnbinnenunits.
INFORMATIE
Als RA DX-binnenunits worden geïnstalleerd, moet lokale
instelling [2‑38] (= type geïnstalleerde binnenunits) worden
geconfigureerd. Zie
"6.1.8 Stand 2: Lokale instellingen" op
pagina 18.
VRV DX
1
A
2
B-1
B-2
2
2
C-1
C-2
C-3
C-4
3-1
3-2
3-3
3-4
1
Buitenunit
2
Koelmiddelaftaksets
3-1~3-4
VRV DX-binnenunits
4
BP-units
5
RA DX-binnenunits
A
Leiding tussen buitenunit en (eerste) koelmiddelaftakset
B-1 B-2
Leiding tussen koelmiddelaftaksets
C-1~C-4
Leidingen tussen koelmiddelaftakset en binnenunit
D
Leiding tussen koelmiddelaftakset en BP-unit
E
Leiding tussen BP-unit en RA DX-binnenunit
Wanneer de vereiste leidingdiameters (inch-maten) niet verkrijgbaar
zijn, mag u ook andere diameters (mm-maten) gebruiken; houd
hierbij rekening met de volgende punten:
▪ Neem de leidingdiameter die het dichtst bij de gevraagde diameter
ligt.
▪ Gebruik de gepaste adapterstukken voor de overgang van
leidingen met inch-maten naar leidingen met mm-maten (lokaal te
voorzien).
RXYSCQ4~6TMV1B
VRV IV-S-systeem airconditioner
4P555881-1 – 2019.07
(a)
Dikte (t)
Ø
≥0,80 mm
t
≥0,99 mm
≥0,80 mm
RA DX
1
A
2
D
D
4
4
E
E
E
E
5
5
5
5
▪ Wijzig de berekening voor extra koelmiddel zoals beschreven in
"5.6.2 Bepalen hoeveel koelmiddel toegevoegd moet worden" op
pagina 13.
A: Leiding tussen buitenunit en (eerste)
koelmiddelaftakset
Wanneer de equivalente leidinglengte tussen de buiten- en
binnenunits 90 m of meer bedraagt, moet u een dikkere
hoofdgasleiding
gebruiken.
leidingdiameter wanneer de aanbevolen gasleidingmaat niet
beschikbaar is (dit kan evenwel een kleine capaciteitsafname tot
gevolg hebben).
a
c
b
d
a
Buitenunit
b
Hoofdgasleiding
c
Vergroten
d
Eerste koelmiddelaftakkit
e
Binnenunit
Type capaciteit
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
buitenunit (HP)
Gasleiding
Standaar
d
4+5
15,9
6
19,1
B: Leiding tussen koelmiddelaftaksets
Kies uit de volgende tabel volgens het type van de totale capaciteit
van de stroomafwaarts aangesloten binnenunits. De diameter van
de
aansluitleiding
mag
niet
koelmiddelleiding die is bepaald door de algemene modelnaam van
het systeem.
Capaciteitsindex
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
binnenunit
Gasleiding
<150
150≤x≤182
Voorbeeld: Stroomafwaartse capaciteit voor B-1 = capaciteitsindex
van unit 3-1 + capaciteitsindex van unit 3-2
C: Leidingen tussen koelmiddelaftakset en
binnenunit
Gebruik dezelfde diameters als die van de aansluitingen (vloeistof,
gas) op de binnenunits. De diameters van binnenunits zijn als volgt:
Capaciteitsindex
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
binnenunit
Gasleiding
15~50
63~140
D: Leiding tussen koelmiddelaftakset en BP-unit
Totale
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
capaciteitsindex
Gasleiding
van aangesloten
binnenunits
15~62
63~149
150~182
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
4 Voorbereiding
Gebruik
de
oorspronkelijke
e
Vloeistofleiding
Vergroot
19,1
9,5
22,2
9,5
groter
zijn
dan
die
van
Vloeistofleiding
15,9
9,5
19,1
Vloeistofleiding
12,7
6,4
15,9
9,5
Vloeistofleiding
12,7
6,4
15,9
9,5
19,1
9,5
de
7