6 Configuratie
Aansluiten op het
Voor kabels die uit de unit komen, kan een
frame
beschermende mantelbuis worden
aangebracht in de uitbreekopening.
Bescherm de kabels met plastic buizen om
te voorkomen dat de rand van de
uitbreekopening in de kabels snijdt
wanneer u geen mantelbuis gebruikt.
A Binnenkant van de buitenunit
B Buitenkant van de buitenunit
a Draad
b Bus
c Moer
d Frame
e Slang
6 Breng het servicedeksel weer aan.
7 Sluit een aardlekschakelaar en een zekering aan op de
voedingslijn.
5.8
De installatie van de buitenunit
voltooien
5.8.1
Transmissiebedrading voltooien
Omwikkel de transmissiebedrading na de installatie ervan in de unit,
samen met de lokale koelmiddelleidingen met behulp van
afwerkingstape, zoals hierna afgebeeld.
a
c
b
e
d
a
Vloeistofleiding
b
Gasleiding
c
Isolatie
d
Transmissiebedrading (F1/F2)
e
Afwerkingstape
6
Configuratie
INFORMATIE
Het is belangrijk dat de installateur alle informatie in dit
hoofdstuk achtereenvolgens leest en dat het systeem
gepast wordt geconfigureerd.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
6.1
Lokale instellingen uitvoeren
6.1.1
Over lokale instellingen
Om het warmtepompsysteem te configureren, is een input naar de
hoofdprintplaat van de buitenunit (A1P) vereist. Hierbij worden de
volgende componenten voor lokale instellingen gebruikt:
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
16
A B
a b c
d
e
▪ Drukknoppen voor input naar de printplaat
▪ Een display voor weergave van de feedback van de printplaat
Lokale instellingen worden bepaald door de stand, instelling en
waarde. Voorbeeld: [2‑8]=4.
PC-configurator
Voor een VRV IV-S-warmtepompsysteem kunnen verschillende
lokale instellingen ook bij de inbedrijfstelling worden ingesteld met
behulp van een pc-interface (optie EKPCCAB vereist). De
installateur kan de configuratie (niet ter plaatse) op pc voorbereiden
en deze nadien naar het systeem uploaden.
Zie ook:
"6.1.9 PC-configurator aansluiten op de buitenunit" op
pagina 21.
Stand 1 en 2
Stand
Stand 1
Stand 1 kan worden gebruikt voor het
controleren van de actuele situatie van de
(controle
buitenunit. U kunt tevens de inhoud van
instellingen)
sommige lokale instellingen controleren.
Stand 2
Stand 2 wordt gebruikt voor het wijzigen van
lokale instellingen van het systeem. U kunt de
(lokale instellingen)
actuele waarde van de lokale instelling
raadplegen en wijzigen.
In het algemeen kan na het veranderen van
lokale instellingen de normale werking worden
hervat zonder speciale tussenkomst.
Sommige lokale instellingen worden gebruikt
voor speciale functies (bijv. 1-malige werking,
instelling aftappen/vacumeren, instelling
handmatig koelmiddel bijvullen, enz.). In dat
geval moet de speciale functie worden
afgebroken alvorens de normale werking kan
herbeginnen. Dit wordt aangegeven in de
volgende verklaringen.
6.1.2
Toegang tot de componenten voor lokale
instellingen
Zie
"5.1.1 De buitenunit openen" op
6.1.3
Componenten voor lokale instellingen
OPMERKING
De DIP-schakelaar (DS1 op A1P) wordt niet gebruikt.
Verander de fabrieksinstelling NIET.
Componenten voor lokale instellingen:
TEST:
MODE
HWL:
A1P
H1P
H2P
BS1
MODE
BS1~BS5
Drukknoppen
H1P~H7P
7 segmentendisplay
H8P
Led voor weergave tijdens initialisering
AAN ( ) UIT ( ) Knippert ( )
Drukknoppen
Gebruik de drukknoppen om de lokale instellingen in te stellen. Stel
de drukknoppen in met een geïsoleerd stokje (zoals bijvoorbeeld
een ingeklikte balpen) om te voorkomen dat u onderdelen onder
stroom zou aanraken.
BS1
MODE: Voor het veranderen van instelmodus
BS2
SET: Voor lokale instelling
Beschrijving
pagina 8.
C/H SELECT
L.N.O.P. DEMAND
MULTI
IND
MASTER SLAVE
H3P
H4P
H5P
H6P
H7P
H8P
BS2
BS3
BS4
BS5
SET
RETURN
TEST
RESET
RXYSCQ4~6TMV1B
VRV IV-S-systeem airconditioner
4P555881-1 – 2019.07