Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Algemene veiligheidsmaatregelen Over de documentatie ..............................1.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ..................Voor de gebruiker................................Voor de installateur................................ 1.3.1 Algemeen ............................... 1.3.2 Plaats van installatie ............................1.3.3 Koelmiddel — in geval van R410A of R32 ..................... 1.3.4 Pekel................................
Pagina 3
Inhoudsopgave 6.4.4 Het uiteinde van een buis solderen....................... 6.4.5 Gebruik van de afsluiter en servicepoort...................... 6.4.6 Dichtgeknepen leidingen verwijderen ......................6.4.7 Koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten ....................6.4.8 Koelmiddelaftakset aansluiten ........................Koelmiddelleiding controleren............................6.5.1 Over het controleren van de koelmiddelleidingen ..................6.5.2 Koelmiddelleiding controleren: Algemene richtlijnen ..................
Pagina 4
Inhoudsopgave 13 Technische gegevens 13.1 Serviceruimte: Buitenunit .............................. 111 13.2 Schema van de leidingen: Buitenunit ..........................113 13.3 Bedradingsschema: Buitenunit ............................115 Voor de gebruiker 14 Over het systeem 14.1 Systeemlay-out................................122 15 Gebruikersinterface 16 Werking 16.1 Voor het gebruik................................124 16.2 Werkingsbereik................................
Pagina 5
Inhoudsopgave 22 Verklarende woordenlijst RXYSQ8~12TMY1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV IV-S-systeem airconditioner 4P404225-1C – 2024.03...
Algemene veiligheidsmaatregelen 1 Algemene veiligheidsmaatregelen 1.1 Over de documentatie ▪ De originele instructies zijn opgesteld in het Engels. Alle andere talen zijn vertalingen van de oorspronkelijke instructies. ▪ De in dit document beschreven voorzorgsmaatregelen gaan over heel belangrijke onderwerpen; volg ze nauwkeurig op. ▪...
Algemene veiligheidsmaatregelen Symbool Uitleg Lees de installatie- en gebruiksaanwijzing en het instructieblad voor de bedrading voordat u met de installatie begint. Lees de onderhoudshandleiding voordat u onderhouds- en servicetaken uitvoert. Voor meer informatie, zie de uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker. De unit bevat roterende onderdelen.
Algemene veiligheidsmaatregelen VOORZICHTIG ▪ Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen bovenop de unit. ▪ Klim, zit of sta NIET op de unit. ▪ Units dragen het volgende symbool: Dit betekent dat u GEEN elektrische en elektronische producten mag mengen met ongesorteerd huishoudelijk afval. Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOET door een erkende installateur conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden.
Pagina 9
WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikin- documentatie). WAARSCHUWING Scheur plastic verpakkingen aan stukken en gooi deze weg zodat niemand, en zeker geen kinderen, ermee kan spelen.
Algemene veiligheidsmaatregelen 1.3.2 Plaats van installatie ▪ Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en luchtcirculatie. ▪ Controleer of de plaats waarop de installatie moet komen bestand is tegen het gewicht en de trillingen van de unit. ▪ Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt. Blokkeer GEEN enkele ventilatieopening.
Pagina 11
Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het systeem zit. Bovendien mag er ALLEEN koelmiddel worden bijgevuld nadat lekkagetest vacuümdroogprocedure is uitgevoerd. Mogelijk gevolg: Zelfontbranding en ontploffing van de compressor omdat er zuurstof in de compressor terechtkomt terwijl deze aan het werken is. OPMERKING ▪...
Algemene veiligheidsmaatregelen VOORZICHTIG Wanneer het bijvullen van koelmiddel is voltooid of tijdens een pauze, moet u de klep van de koelmiddeltank onmiddellijk sluiten. Als de klep NIET onmiddellijk gesloten wordt, kan door de resterende druk extra koelmiddel worden bijgevuld. Mogelijk gevolg: Onjuiste hoeveelheid koelmiddel. 1.3.4 Pekel Indien van toepassing.
Pagina 13
Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING Indien deze NIET standaard werd geplaatst, moet een hoofdschakelaar (of een ander middel om uit te schakelen) tussen de vaste bedrading geplaatst worden; deze schakelaar dient het contact van alle polen volledig te verbreken en MOET hij voldoen aan de vereisten van de overspanning-categorie III-specificatie wanneer hij open staat.
Pagina 14
Algemene veiligheidsmaatregelen OPMERKING Voorzorgsmaatregelen bij het leggen van voedingsbedrading: ▪ Sluit GEEN bedrading van verschillende diktes aan op de klemmenstrook voor de voeding (speling in de voedingsbedrading kan abnormale hitte veroorzaken). ▪ Bij het aansluiten van bedrading met dezelfde dikte, volgt u de aanwijzingen in de bovenstaande afbeelding.
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist). RXYSQ8~12TMY1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV IV-S-systeem airconditioner 4P404225-1C –...
Voor de installateur RXYSQ8~12TMY1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV IV-S-systeem airconditioner 4P404225-1C – 2024.03...
Over de doos 3 Over de doos Houd rekening met de volgende zaken: ▪ De unit MOET bij de levering gecontroleerd worden op beschadiging en volledigheid. Elke vorm van beschadiging of ontbrekende onderdelen MOET onmiddellijk aan de schadeverantwoordelijke van de transporteur worden gemeld.
Over de doos 10+12 HP 4× 3.1.2 De buitenunit hanteren VOORZICHTIG Raak de luchtinlaat of de aluminium vinnen van de unit NIET aan, dit om letsels te voorkomen. Vorkheftruck. Als de unit op de pallet Kraan. Voor 10+12 pk-modellen kunt u blijft staan, kunt u ook een vorkheftruck ook een kraan gebruiken en de unit als gebruiken.
Over de doos 3.1.3 Om de toebehoren van de buitenunit uit te nemen 1 Verwijder het servicedeksel. Zie "6.2.2 De buitenunit openen" [ 41]. 2 Verwijder de accessoires. 8 HP 10+12 HP 1× 1× 1× 1× 1× 1× 2× (8 HP) 1× (12 HP) 5×...
Pagina 20
Over de doos 3 (12.3 N·m) 3 (12.3 N·m) RXYSQ8~12TMY1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV IV-S-systeem airconditioner 4P404225-1C – 2024.03...
Over de units en opties 4 Over de units en opties In dit hoofdstuk Identificatie ..................................... 4.1.1 Identificatielabel: Buitenunit ..........................Over de buitenunit ................................. Systeemlay-out ..................................Combinaties van units en opties ............................4.4.1 Over combinaties van units en opties ........................4.4.2 Mogelijke combinaties van binnenunits........................
Over de units en opties 4.2 Over de buitenunit Deze montagehandleiding betreft het VRV IV-S, volledig door inverter aangedreven warmtepompsysteem. Deze units zijn ontworpen voor installatie buitenshuis en zijn bedoeld voor lucht- lucht-warmtepomptoepassingen. Specificatie RXYSQ8~12 Capaciteit Verwarmen 25,0~37,5 kW Koelen 22,4~33,5 kW Ontwerptemperatuur Verwarmen –20~15,5°C natte bol...
Over de units en opties 4.4.1 Over combinaties van units en opties OPMERKING Raadpleeg de recentste technische data voor de VRV-warmtepomp om zeker te zijn dat uw systeeminstallatie (buitenunit+binnenunit(s)) zal werken. Het VRV IV-S-warmtepompsysteem kan worden gecombineerd met verschillende types binnenunit en is uitsluitend bedoeld voor gebruik met R410A. Een overzicht van de beschikbare units vindt u in de productcatalogus voor VRV IV- Hierna vindt u een overzicht van de toegelaten combinaties van binnen- en buitenunits.
Pagina 24
Over de units en opties Beschrijving Modelnaam Refnet-verbinding KHRQ22M20TA KHRQ22M29T9 KHRQ22M64T "5.2.4 Koelmiddelaftaksets selecteren" [ 34] voor de selectie van de optimale aftakset. Adapter voor externe besturing (DTA104A61/62) Voor specifieke werking met een externe input van een centrale besturing kan de externe besturingsadapter worden gebruikt. Instructies (groep of individueel) kunnen worden gegeven voor geluidsarme werking en werking met beperkt stroomverbruik.
Voorbereiding 5 Voorbereiding In dit hoofdstuk Installatieplaats voorbereiden..............................5.1.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit geïnstalleerd wordt ..............5.1.2 Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats van de buitenunit in koude klimaten ........5.1.3 Voorzorgsmaatregelen voor koelmiddellekken ....................Koelmiddelleiding voorbereiden ............................5.2.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen.........................
Pagina 26
Voorbereiding OPMERKING De in deze handleiding beschreven apparatuur kan elektronische ruis veroorzaken afkomstig van radiofrequentie-energie. De apparatuur voldoet aan specificaties die een redelijke bescherming moeten bieden tegen dergelijke interferentie. De garantie dat in een specifieke installatie geen interferentie zal optreden, kan echter niet worden gegeven.
Pagina 27
Voorbereiding Installeer de buitenunit uit de buurt van directe zeewinden. Voorbeeld: Achter het gebouw. Als de buitenunit rechtstreeks aan zeewinden is blootgesteld, plaats een windscherm. ▪ Hoogte van het windscherm≥1,5×de hoogte van de buitenunit ▪ Let op de benodigde ruimte bij de plaatsing van het windscherm. a Zeewind b Gebouw c Buitenunit...
Voorbereiding a Controleer of er voldoende installatieruimte is Plaats de uitlaatzijde in een rechte hoek op de richting van de wind. a Belangrijkste windrichting b Luchtuitlaat 5.1.2 Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats van de buitenunit in koude klimaten Bescherm de buitenunit tegen directe sneeuwval en zorg ervoor dat de buitenunit NOOIT ingesneeuwd raakt.
Als de unit wordt geselecteerd om te werken bij een omgevingstemperatuur van minder dan –5°C gedurende minstens 5 dagen, met een relatieve vochtigheidsgraad van meer dan 95%, dan bevelen wij aan om een Daikin-reeks te gebruiken die specifiek is ontworpen voor dergelijke toepassingen en/of om contact op te nemen met uw dealer voor meer informatie.
Pagina 30
Voorbereiding a Richting van de koelmiddelstroom b Ruimte waarin zich een koelmiddellek heeft voorgedaan (uitstromen van alle koelmiddel uit het systeem) Let vooral op met plaatsen waar het koelgas kan blijven hangen, zoals kelderverdiepingen enz., omdat koelgas zwaarder is dan lucht. Controle van het maximum concentratieniveau Controleer het maximale concentratiepeil zoals beschreven in de onderstaande stappen 1 tot 4 en neem de nodige maatregelen om eraan te voldoen.
Voorbereiding Als de ruimte opgedeeld is, maar een opening aanwezig is tussen de ruimten die voldoende groot is om een vrije luchtcirculatie toe te laten. a Opening tussen de ruimten. Als er een deur is, moet de afmeting van de openingen boven en onder de deur gelijkwaardig zijn aan 0,15% of meer van het vloeroppervlak.
Voorbereiding INFORMATIE Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten vermeld in de "1 Algemene veiligheidsmaatregelen" [ 6]. ▪ Vreemde stoffen in de leidingen, waaronder oliën die tijdens de fabricage worden gebruikt, mogen niet meer dan 30 mg/10 m bedragen. 5.2.2 Materiaal koelmiddelleidingen ▪ Leidingmateriaal: met fosforzuur gedeoxideerd naadloos koper ▪...
Pagina 33
Voorbereiding VRV DX RA DX 1 Buitenunit 2 Koelmiddelaftaksets 3-1~3-4 VRV DX-binnenunits 4 BP-units 5 RA DX-binnenunits A Leiding tussen buitenunit en (eerste) koelmiddelaftakset B-1 B-2 Leiding tussen koelmiddelaftaksets C-1~C-4 Leidingen tussen koelmiddelaftakset en binnenunit D Leiding tussen koelmiddelaftakset en BP-unit E Leiding tussen BP-unit en RA DX-binnenunit Wanneer de vereiste leidingdiameters (inch-maten) niet verkrijgbaar zijn, mag u ook andere diameters (mm-maten) gebruiken;...
Voorbereiding (b) Indien de maat NIET verkrijgbaar is, is een vergroting naar 28,6 mm toegelaten. B: Leiding tussen koelmiddelaftaksets Kies uit de volgende tabel volgens het type van de totale capaciteit van de stroomafwaarts aangesloten binnenunits. De diameter van de aansluitleiding mag niet groter zijn dan die van de koelmiddelleiding die is bepaald door de algemene modelnaam van het systeem.
Voorbereiding Refnet-verbinding aan de eerste aftakking (vanaf de buitenunit) Wanneer als eerste aftakking vanaf de kant van de buitenunit een refnet- verbinding wordt gebruikt, kunt u deze kiezen uit de volgende tabel volgens de capaciteit van de buitenunit. Voorbeeld: Refnet-verbinding A→B‑1. Type capaciteit buitenunit (HP) Koelmiddelaftakset 8+10...
Pagina 36
Voorbereiding Vereiste Limiet RXYSQ8 RXYSQ10 RXYSQ12 VRV DX RA DX VRV DX RA DX VRV DX RA DX Maximale totale leidinglengte 140 m 300 m 140 m 300 m 140 m ▪ Voorbeeld 1.1: a+b+c+d+e+f+g+h+i+j+k+l+m+n+p≤Limiet ▪ Voorbeeld 2: a+b+c+d+e+f+g+h+i+j+k+l+m≤Limiet Minimale lengte buitenunit-eerste koelmiddelaftakset 5 m 5 m 5 m ▪ Voorbeeld 2: Limiet≤a Maximale lengte eerste aftakkit-binnenunit 40 m 40 m 40 m...
Pagina 37
Voorbereiding Voorbeeld 1 (VRV DX-binnenunits) Voorbeeld 2 (RA DX-binnenunits) Voorbeeld 1,1 Voorbeeld 1,2 Voorbeeld 1,3 Refnet-verbinding Refnet-verdeler BP-box 1~8 VRV DX-binnenunits 11~18 RA DX-binnenunits Aansluiting met slechts één luchtbehandelingsunit (paar-lay-out) Leiding Maximumlengte (reëel/equivalent) Langste leiding afkomstig van de 50 m/55 m buitenunit Totale leidinglengte 150 m/— De toegestane minimale lengte is 5 m. Maximaal drie leidingaftakkingen zijn mogelijk bij een AHU met een interlaced warmtewisselaar.
Voorbereiding a Buitenunit b VRV DX-binnenunit c EKEXV(A)-kit d Luchtbehandelingsunit (AHU) e VRV DX-binnenunit (kanaal) Leiding Maximumlengte (reëel/equivalent) Langste leiding van de buitenunit of de 50 m/55 m laatste leidingaftakking voor meerdere buitenunits (A + [B, D]) Langste leiding na de eerste aftakking 40 m/—...
Voorbereiding ▪ Deze apparatuur is conform met EN/IEC 61000‑3‑12 op voorwaarde dat de systeemimpedantie S groter dan of gelijk aan S is op het interfacepunt tussen de voeding van de gebruiker en het openbare systeem. EN/IEC 61000‑3‑12 = Europese/internationale technische norm die de grenzen vastlegt inzake harmonische stromen geproduceerd door apparatuur aangesloten op openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom >16 A en ≤75 A per fase.
Installatie 6 Installatie In dit hoofdstuk Overzicht: Installatie................................De units openen..................................6.2.1 Over het openen van de units ..........................6.2.2 De buitenunit openen............................De buitenunit monteren................................. 6.3.1 Over de montage van de buitenunit ........................6.3.2 Voorzorgen bij het monteren van de buitenunit ....................6.3.3 De installatiestructuur voorzien ..........................
Installatie ▪ De installatie van de buitenunit voltooien. ▪ De installatie van de binnenunit voltooien. INFORMATIE Voor de installatie van de binnenunit (binnenunit monteren, koelmiddelleiding aansluiten op de binnenunit, elektrische bedrading aansluiten op de binnenunit …), zie de montagehandleiding van de binnenunit. 6.2 De units openen 6.2.1 Over het openen van de units U moet op bepaalde momenten de unit openen.
Installatie 6.3 De buitenunit monteren 6.3.1 Over de montage van de buitenunit Typische werkstroom De buitenunit monteren omvat typisch de volgende stappen: De installatiestructuur voorzien. De buitenunit installeren. Afvoer voorzien. Ervoor zorgen dat de unit niet kan omvallen. 6.3.2 Voorzorgen bij het monteren van de buitenunit INFORMATIE Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: ▪...
Installatie 6.3.4 De buitenunit installeren 4× M12 6.3.5 Afvoer voorzien ▪ Controleer of het condenswater goed kan worden afgevoerd. ▪ Plaats de unit op een sokkel om goede afvoer te hebben, zodat ijs zich niet kan ophopen. ▪ Maak een waterafvoergoot rond de fundering om afvalwater weg van de unit af te voeren.
Installatie Model Onderaanzicht (mm) RXYSQ10+12 a Afvoeropeningen 6.3.6 Ervoor zorgen dat de buitenunit niet kan omvallen Voer de volgende stap uit als de unit wordt geïnstalleerd op een plaats waar ze aan sterke winden is blootgesteld: 1 Maak 2 kabels klaar zoals getoond op de volgende afbeelding (ter plaatse te voorzien).
Installatie ▪ Houd rekening met de richtlijnen voor: Buigen van leidingen Soldeersel Gebruik van de afsluiters Verwijderen van dichtgeknepen leidingen 6.4.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN OPMERKING Houd rekening met de volgende voorzorgen met betrekking tot de koelmiddelleiding: ▪...
Installatie OPMERKING Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van lokale leidingen. Breng soldeersel aan zoals aangegeven in de afbeelding. ≤Ø25.4 >Ø25.4 ▪ Doorblazen met stikstof bij het hardsolderen voorkomt belangrijke afzettingen van een geoxideerde filmlaag op de binnenkant van de leiding. Deze filmlaag heeft een nadelige invloed op de kleppen en compressoren in het koelsysteem en voorkomt een goede werking.
Installatie a Servicepoort en servicepoortdeksel b Afsluiter c Aansluiting lokale leiding d Deksel afsluiter a Servicepoort b Deksel afsluiter c Zeskantgat d As e Klepzitting ▪ Oefen GEEN overmatige kracht uit op de afsluiter. Anders kan de afsluiter afbreken. Afsluiter openen 1 Verwijder het deksel van de afsluiter.
Installatie 3 Stop met draaien zodra de afsluiter niet meer verder draait. 4 Installeer het deksel van de afsluiter. Resultaat: De afsluiter is nu dicht. Omgaan met het afsluiterdeksel ▪ Het afsluiterdeksel is verzegeld op de door de pijl aangegeven plaats. Beschadig dit NIET.
Pagina 49
Installatie 1 Zorg ervoor dat de afsluiters volledig gesloten zijn. 2 Sluit het vacumeer-/aftaptoestel via een verdeelstuk aan op de servicepoort van alle afsluiters. p < p > R410A a Reduceerklep b Stikstof c Weegschaal d Fles R410A-koelmiddel (hevelsysteem) e Vacuümpomp f Afsluiter vloeistofleiding g Afsluiter gasleiding A Klep A...
Installatie 6.4.7 Koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten OPMERKING Let er ook op dat de lokale leidingen geen andere leidingen of bodem- of zijpaneel raken. Vooral voor de aansluiting aan de onderkant en de zijkant moet de leiding met gepast isolatiemateriaal worden beschermd, om te voorkomen dat ze in contact komt met de behuizing.
Pagina 51
Installatie OPMERKING Bij het solderen: Soldeer eerst de vloeistofzijdige leidingen, en vervolgens de gaszijdige leidingen. Breng de elektrode in via de voorkant van de unit en de lasbrander via de rechterkant om te solderen met de vlammen naar buiten en de geluidsisolatie van de compressor en andere leidingen niet te beschadigen.
Installatie WAARSCHUWING Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat kleine dieren kunnen gaan nestelen in de unit. Kleine dieren die in contact komen met elektrische onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken. OPMERKING Vergeet niet om na de installatie van de koelmiddelleiding en het vacuümdrogen de afsluiters te openen.
Installatie 6.5 Koelmiddelleiding controleren 6.5.1 Over het controleren van de koelmiddelleidingen Zijn de werkzaamheden aan Werk de leidingen af. de koelmiddelleiding klaar? Waren de binnenunits en/of Gebruik procedure: buitenunit al ingeschakeld? "Methode 1: Vóór inschakelen (gewone methode)". Gebruik procedure: "Methode 2: Na inschakelen". Alle werkzaamheden aan de koelmiddelleidingen moeten klaar zijn alvorens de (buiten- of binnen-)units in te schakelen.
Installatie Als de koelmiddelleiding vocht kan bevatten (bijvoorbeeld water in de leiding), moet u eerst vacuümdrogen zoals hieronder beschreven tot alle vocht is verwijderd. Alle leidingen in de unit zijn in de fabriek op lekken getest. Alleen lokaal geïnstalleerde leidingen moeten worden gecontroleerd. Zorg ervoor dat alle afsluiters van de buitenunit goed gesloten zijn alvorens een lektest uit te voeren of te vacuümdrogen.
Installatie Klep Status Klep A Open Klep B Open Klep C Open Afsluiter vloeistofleiding Sluiten Afsluiter gasleiding Sluiten OPMERKING De aansluitingen op de binnenunits en alle binnenunits moeten ook worden getest op lekken en op vacuüm. Houd eventuele (lokaal voorziene) kleppen van lokale leidingen ook open.
Installatie 6.5.5 Vacuümdrogen OPMERKING De aansluitingen op de binnenunits en alle binnenunits moeten ook worden getest op lekken en op vacuüm. Laat ook, indien aanwezig, alle (lokaal voorzien) kleppen naar de binnenunits open. Lektesten en vacuümdrogen moeten worden uitgevoerd voordat de voeding van de unit wordt ingeschakeld.
Installatie a Isolatiemateriaal b Afdichtingsmateriaal, enz. 6.6 Koelmiddel vullen 6.6.1 Over koelmiddel bijvullen De buitenunit is in de fabriek gevuld met koelmiddel, maar afhankelijk van de lokale leidingen, moet nog extra koelmiddel worden bijgevuld. Alvorens koelmiddel bij te vullen Controleer externe koelmiddelleiding buitenunit...
Installatie OPMERKING Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik IN om de carterverwarming van stroom te voorzien en de compressor te beschermen. OPMERKING Als de stappen binnen de 12 minuten na het inschakelen van de binnen- en buitenunits worden uitgevoerd, werkt de compressor niet voordat de communicatie tussen de buitenunit(s) en binnenunits op een correcte manier tot stand is gebracht.
Installatie Leidingen in mm. Bij gebruik van leidingen met een maat in mm, vervang de gewichtsfactoren in de formule door die in de volgende tabel: Leiding in inch Leiding in mm Leiding Gewichtsfactor Leiding Gewichtsfactor Ø6,4 mm 0,022 Ø6 mm 0,018 Ø9,5 mm 0,059 Ø10 mm 0,065...
Installatie c Weegschaal d Fles R410A-koelmiddel (hevelsysteem) e Vacuümpomp f Afsluiter vloeistofleiding g Afsluiter gasleiding A Klep A B Klep B C Klep C 2 Open klep C en B. 3 Breng vooraf koelmiddel in de unit tot de berekende extra hoeveelheid koelmiddel is bereikt of tot u niet meer vooraf kunt vullen, en sluit dan klep C en B.
Pagina 61
Installatie OPMERKING De koelmiddelvulpoort is aangesloten op de leiding in de unit. De interne leidingen van de unit zijn al in de fabriek gevuld met koelmiddel - sluit de vulslang dus voorzichtig aan. 6 Open alle afsluiters van de buitenunit. Op dit punt moet klep A moet dicht blijven! 7 Zorg dat alle voorzorgsmaatregelen in "7 ...
Installatie 6.6.5 Foutcodes bij het vullen met koelmiddel INFORMATIE In het geval van een storing: ▪ In het geval van RXYSQ8: De foutcode wordt weergegeven op de gebruikersinterface van de binnenunit. ▪ In het geval van RXYSQ10+12: De foutcode wordt weergegeven op het 7- segmentendisplay van de buitenunit en op de gebruikersinterface van de binnenunit.
Installatie 6.7 De elektrische bedrading aansluiten 6.7.1 Over het aansluiten van de elektrische bedrading Typische werkstroom De elektrische bedrading aansluiten omvat typisch de volgende stappen: Controleren of het voedingssysteem voldoet aan de elektrische specificaties van de units. De elektrische bedrading aansluiten op de buitenunit. De elektrische bedrading aansluiten op de binnenunits.
Pagina 64
Installatie WAARSCHUWING ▪ Controleer na het uitvoeren van de elektrische werkzaamheden of elk elektrisch onderdeel en elke klem in de schakelkast goed is aangesloten. ▪ Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit in te schakelen. OPMERKING Zet de unit NIET aan vooraleer de koelmiddelleiding voltooid is. Als de unit in bedrijf wordt gesteld voordat de leidingen gereed zijn, dan zal de compressor stukgaan.
Pagina 65
Installatie Specificaties en limieten transmissiebedrading Maximum aantal aftakkingen voor kabels tussen units Maximale kabellengte 300 m (afstand tussen buitenunit en verste binnenunit) Totale kabellengte 600 m (som van afstanden tussen buitenunit en alle binnenunits) Als de totale bedrading tussen units buiten deze waarden valt, kunnen communicatiestoringen ontstaan.
Installatie Voeding 3N~ 50 Hz Voeding 1~ 50 Hz Aardingsbedrading Richtlijnen bij het uitslaan van de uitbreekopeningen OPMERKING Voorzorgsmaatregelen bij het uitslaan van de uitbreekopeningen: ▪ Let op dat u de behuizing niet beschadigt. ▪ Na het uitslaan van de uitbreekopeningen, verwijdert u best de bramen en brengt u reparatieverf aan op de randen en de delen rond de randen om roestvorming te voorkomen.
Pagina 67
Installatie Gebruik de volgende methodes om de draden te verbinden: Draadtype Methode Éénaderige draad AA´ A´ Geslagen geleider samengedraaid voor "vaste" verbinding a Draad met open lus (eenaderig of samengedraaide geslagen geleider) b Schroef c Platte sluitring Gevlochten geleider met rond oog a Klem b Schroef...
Installatie 6.7.2 De elektrische bedrading op de buitenunit aansluiten OPMERKING ▪ Volg het bedradingsschema (bij de unit geleverd, op de binnenkant van het servicedeksel). ▪ Zorg ervoor dat de elektrische bedrading goed zit zodat het servicedeksel nadien weer goed kan worden aangebracht. 1 Verwijder het servicedeksel.
Pagina 69
Installatie 8 HP 10+12 HP (A1P) (A1P) a Kabelbinder b Bevestigingsplaat X1M Elektrische voeding X1M (A1P) Transmissiebedrading 6 Geleid de bedrading door het frame en sluit ze erop aan. Door het frame In het geval van RXYSQ8: Kies één van de 3 geleiden mogelijkheden: In het geval van RXYSQ10+12:...
Installatie Aansluiten op het Voor kabels die uit de unit komen, kan een frame beschermende mantelbuis worden aangebracht in de uitbreekopening. Bescherm de kabels met plastic buizen om te voorkomen dat de rand van de uitbreekopening in de kabels snijdt wanneer u geen mantelbuis gebruikt.
Installatie 6.8.2 De buitenunit sluiten OPMERKING Wanneer u het deksel van de buitenunit sluit, let op dat u het aanhaalkoppel van 4,1 N•m NIET overtreft. 8 HP 10+12 HP 2× 3× RXYSQ8~12TMY1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV IV-S-systeem airconditioner 4P404225-1C –...
Configuratie 7 Configuratie GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE INFORMATIE Het is belangrijk dat de installateur alle informatie in dit hoofdstuk achtereenvolgens leest en dat het systeem gepast wordt geconfigureerd. In dit hoofdstuk Lokale instellingen uitvoeren ..............................7.1.1 Over lokale instellingen............................7.1.2 Toegang tot de componenten voor lokale instellingen ..................
Configuratie Stand Beschrijving Stand 2 Stand 2 wordt gebruikt voor het wijzigen van de lokale instellingen van het systeem. U kunt de actuele waarde (lokale instellingen) van de lokale instelling raadplegen en wijzigen. In het algemeen kan na het veranderen van lokale instellingen de normale werking worden hervat zonder speciale tussenkomst.
Pagina 74
Configuratie Drukknoppen Gebruik de drukknoppen om de lokale instellingen in te stellen. Stel de drukknoppen in met een geïsoleerd stokje (zoals bijvoorbeeld een ingeklikte balpen) om te voorkomen dat u onderdelen onder stroom zou aanraken. De drukknoppen verschillen naar gelang van het model. Model Drukknoppen RXYSQ8...
Configuratie Beschrijving H1P H2P H3P H4P H5P H6P H7P Waarde 4 (in stand 2) (H2P~H7P = binair 4) 7.1.4 Stand 1 of 2 activeren Nadat de units ingeschakeld zijn, schakelt het display in de standaardsituatie. Van hieruit kunt u naar stand 1 en stand 2 gaan. Initialisering: standaardsituatie OPMERKING Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik IN om de carterverwarming van...
Configuratie b Stand 1 (H1P knippert) c Stand 2 (H1P AAN) BS1 Druk op BS1. BS1 [5 s] Druk minstens 5 seconden op BS1. INFORMATIE Als u in het midden van het proces in de war raakt, druk dan op BS1 om terug te keren naar de standaardsituatie.
Configuratie Actie Knop/display Begin vanuit de standaardsituatie. BS1 [1×] Selecteer stand 1. BS2 [X×] Selecteer instelling 10. ("X×" hangt af van de instelling die u wilt selecteren.) BS3 [1×] Geef de waarde van instelling 10 weer. (er zijn 8 binnenunits aangesloten) BS1 [1×] Verlaat stand 1.
Configuratie Verander de waarde van instelling [2‑8] (= T streeftemperatuur bij koelen) als volgt in 4 (= 8°C): Actie Knop/display Begin vanuit de standaardsituatie. BS1 [5 s] Selecteer stand 2. BS2 [X×] Selecteer instelling 8. ("X×" hangt af van de instelling die u wilt selecteren.) BS3 [1×] Selecteer waarde 4 (= 8°C).
Pagina 79
Configuratie Waarde / Beschrijving Geeft de status van de geluidsarme werking aan. Unit werkt momenteel niet in de geluidsarme werking. Unit werkt momenteel in de geluidsarme werking. De geluidsarme werking beperkt het door de unit geproduceerde geluid in vergelijking met de nominale bedrijfsomstandigheden. De geluidsarme werking kan worden ingesteld in stand 2.
Configuratie Instelling ( Waarde / Beschrijving [1‑14] Wanneer de recentste storingscodes per ongeluk op de gebruikersinterface Geeft de recentste storingscode aan. van een binnenunit werden gereset, [1‑15] kunt u ze via deze controle-instellingen nog controleren. Geeft de op 1 na laatste storingscode aan.
Pagina 81
Configuratie Instelling Waarde / Beschrijving [1‑2] Unit werkt momenteel niet met stroomverbruikbegrenzing. Geeft de status van de werking met Unit werkt momenteel met stroomverbruikbegre stroomverbruikbegrenzing. nzing aan. De werking met stroomverbruikbegrenzing verlaagt het stroomverbruik van de unit in vergelijking met de nominale bedrijfsomstandigheden.
Configuratie Instelling Waarde / Beschrijving [1‑41] Voor meer informatie, zie instelling [2‑82]. Geeft de actuele instelling van verwarmcomfort aan. 7.1.8 Stand 2: lokale instellingen In stand 2 kunt u lokale instellingen uitvoeren om het systeem te configureren. De instellingen verschillen licht naar gelang van het model.
Pagina 83
Configuratie Instelling Waarde Beschrijving (= binair) [2‑12] Gedeactiveerd. (standa Geluidsarme werking en/of (= binair 1) ard) stroomverbruikbegrenzing inschakelen via (standaard) externe besturingsadapter Geactiveerd. (DTA104A61/62). (= binair 2) Verander deze instelling wanneer het systeem in de geluidsarme stand of met stroomverbruikbegrenzing moet draaien wanneer een extern signaal naar de unit wordt gestuurd.
Pagina 84
Configuratie Instelling Waarde Beschrijving (= binair) [2‑21] Gedeactiveerd. (standa Stand koelmiddel aftappen/vacumeren. (= binair 1) ard) (standaard) Om een vrije doorgang te creëren om koelmiddel uit het systeem af te tappen of Geactiveerd. om reststoffen te verwijderen of het (= binair 2) Druk op BS1 (in het geval van systeem te vacumeren moet een instelling RXYSQ8) of BS3 (in het geval van...
Pagina 85
Configuratie Instelling Waarde Beschrijving (= binair) [2‑27] 6u00 Eindtijdstip geluidsarme werking. 7u00 Deze instelling wordt gebruikt in 8u00 combinatie met instelling [2‑22]. (standa (= binair 4) ard) (standaard) [2‑30] Niveau stroomverbruikbegrenzing (stap 1) — via de externe besturingsadapter (DTA104A61/62). (standa (= binair 2) Deze instelling bepaalt het niveau van de ard) (standaard)
Configuratie Instelling Waarde Beschrijving (= binair) [2‑41] — VRV DX-binnenunits geïnstalleerd Type van de binnenunits (= binair 1) (standaard) Wanneer deze instelling werd gewijzigd, moet het systeem worden uitgeschakeld, — RA DX-binnenunits geïnstalleerd en na 20 seconden weer ingeschakeld. (= binair 2) Anders wordt de instelling niet verwerkt en kunnen er storingscodes worden gegenereerd.
Configuratie 7.2 Energie besparen en optimale werking Dit warmtepompsysteem is voorzien van een geavanceerde energiespaarfunctie. U kunt voorrang geven aan een laag energieverbruik of aan het comfortniveau. Verschillende parameters kunnen worden ingesteld, met als resultaat de optimale balans tussen energieverbruik en comfort voor een specifieke toepassing. Zie hierna voor een beschrijving van de mogelijke patronen.
Pagina 88
Configuratie Om dit te activeren in… Verander… Koelen [2‑8]=0 (standaard) Verwarmen [2‑9]=0 (standaard) Hi-sensible/economic (koelen/verwarmen) De koelmiddeltemperatuur wordt hoger/lager (koelen/verwarmen) ingesteld dan bij basisgebruik. De nadruk voor de Hi-sensible stand ligt op het comfortgevoel van de klant. De selectiemethode van de binnenunits is belangrijk omdat de beschikbare capaciteit niet dezelfde is als bij basisgebruik.
Configuratie 7.2.2 Mogelijke comfortinstellingen Voor elk van de voorgaande standen kan een comfortniveau worden geselecteerd. Het comfortniveau houdt verband met de timing en de inspanning (energieverbruik) om een bepaalde kamertemperatuur te bereiken door de koelmiddeltemperatuur tijdelijk veranderen gevraagde omstandigheden sneller te bereiken. Krachtig Overshoot (bij verwarmen) of undershoot (bij koelen) is toegestaan ten opzichte van de gevraagde koelmiddeltemperatuur om zo de vereiste kamertemperatuur...
Configuratie Opmerking: De omstandigheden van het opstarten verschillen van die van de krachtige en snelle comfortinstelling. Om dit te activeren in… Verander… Koelen [2‑81]=1 (in het geval van RXYSQ10+12). [2‑39]=1 (in het geval van RXYSQ8). Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met instelling [2‑8].
Configuratie A Reële belastingscurve B Virtuele belastingscurve (initiële capaciteit automatische stand) C Virtuele streefwaarde (waarde initiële verdampingstemperatuur automatische stand) D Vereiste waarde verdampingstemperatuur E Belastingsfactor V Buitenluchttemperatuur Verdampingstemperatuur Snel Krachtig Gematigd Evolutie kamertemperatuur: A Ingestelde temperatuur binnenunit B Start werking C Werkingsduur D Gematigd E Snel...
Pagina 92
Configuratie C Virtuele streefwaarde (waarde initiële condensatietemperatuur automatische stand) D Ontwerptemperatuur E Belastingsfactor V Buitenluchttemperatuur Condensatietemperatuur Snel Krachtig Gematigd Evolutie kamertemperatuur: A Ingestelde temperatuur binnenunit B Start werking C Werkingsduur D Gematigd E Snel V Krachtig RXYSQ8~12TMY1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV IV-S-systeem airconditioner 4P404225-1C –...
Inbedrijfstelling 8 Inbedrijfstelling In dit hoofdstuk Overzicht: Inbedrijfstelling ..............................Voorzorgsmaatregelen bij de inbedrijfstelling........................Controlelijst voor de inbedrijfstelling............................. Checklist tijdens inbedrijfstelling............................8.4.1 Over proefdraaien systeem ........................... 8.4.2 Proefdraaien (7-segmentendisplay) ........................8.4.3 Proefdraaien (7-segmentendisplay) ........................8.4.4 Correctie na abnormaal beëindigen van het proefdraaien................... 8.1 Overzicht: Inbedrijfstelling Na de installatie en wanneer de lokale instellingen zijn ingesteld moet de installateur de goede werking controleren.
Inbedrijfstelling INFORMATIE Gedurende de eerste bedrijfsperiode van de unit kan het nodige opgenomen vermogen hoger zijn dan dat vermeld op het typeplaatje van deze unit. Dit fenomeen wordt veroorzaakt door de compressor, die een continue looptijd van 50 uur nodig heeft voordat een vlotte werking en stabiel stroomverbruik wordt gerealiseerd. OPMERKING Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik IN om de carterverwarming van stroom te voorzien en de compressor te beschermen.
Inbedrijfstelling Leidingdiameter en leidingisolatie Installeer leidingen met de juiste diameter en isoleer ze zoals voorgeschreven. Afsluiters Zorg dat de afsluiters aan zowel de vloeistof- als de gaszijde open zijn. Beschadigde apparatuur Controleer de binnenkant van de unit op beschadigde onderdelen of platgedrukte leidingen.
Inbedrijfstelling INFORMATIE ▪ Het kan 10 minuten duren om het koelmiddel in een uniforme toestand te krijgen voordat de compressor wordt gestart. ▪ Bij het proefdraaien kan het stromen van het koelmiddel of het geluid van een magneetklep goed hoorbaar zijn en kan de displayweergave veranderen. Dit zijn evenwel geen storingen.
Inbedrijfstelling Beëindiging Beschrijving Abnormaal beëindigd "8.4.4 Correctie na abnormaal beëindigen van het proefdraaien" [ 98] voor stappen om de storing op te lossen. Wanneer het proefdraaien is voltooid, kan de normale werking na 5 minuten worden begonnen. 8.4.3 Proefdraaien (7-segmentendisplay) Gebruik deze procedure in het geval van RXYSQ10+12. 1 Controleer of alle gewenste lokale instellingen zijn ingesteld;...
Inbedrijfstelling Beëindiging Beschrijving Abnormaal Aanduiding van storingscode op het 7-segmentendisplay. beëindigd "8.4.4 Correctie na abnormaal beëindigen van het proefdraaien" [ 98] voor stappen om de storing op te lossen. Wanneer het proefdraaien is voltooid, kan de normale werking na 5 minuten worden begonnen. 8.4.4 Correctie na abnormaal beëindigen van het proefdraaien Het proefdraaien is alleen voltooid als er geen storingscode wordt aangegeven.
Overhandiging aan de gebruiker 9 Overhandiging aan de gebruiker Als het testen voltooid is en de unit goed en op de juiste manier werkt, zorg ervoor dat de gebruiker de volgende zaken goed begrijpt: ▪ Controleer of de gebruiker de papieren documentatie heeft en vraag hem/haar deze bij te houden om deze later te kunnen raadplegen.
Onderhoud en service 10 Onderhoud en service OPMERKING Dit onderhoud MOET worden uitgevoerd door een erkend installateur of een servicetechnicus. Laat het onderhoud minstens één keer per jaar uitvoeren. De geldende wetgeving kan evenwel kortere onderhoudsintervallen vereisen. OPMERKING De geldende wetgeving inzake gefluoreerde broeikasgassen vereist dat de koelmiddelvulling van de unit zowel in gewicht als CO -equivalent wordt uitgedrukt.
Onderhoud en service 8 HP 10+12 HP C– A 3P 3 Om schade aan de printplaat te voorkomen, raak een naakt metalen deel aan om u te ontladen van statische elektriciteit voordat u stekkers aansluit of verwijdert. 4 Trek de verbindingsstekkers voor de ventilatormotoren in de buitenunit uit voordat u begint met servicewerkzaamheden aan de inverterapparatuur.
Onderhoud en service 10.3.1 Gebruik van de vacuümstand 1 Activeer instelling [2‑21] bij de stilstaande unit om naar de vacumeerstand te gaan. Model Resultaat RXYSQ8 Na bevestigen worden de expansiekleppen van de binnenunits en de buitenunit volledig geopend. H1P begint te branden en op de gebruikersinterface van alle binnenunits verschijnt TEST (proefdraaien) en (externe besturing), en de werking is geblokkeerd.
Opsporen en verhelpen van storingen 11 Opsporen en verhelpen van storingen In dit hoofdstuk 11.1 Overzicht: Opsporen en verhelpen van storingen......................... 103 11.2 Voorzorgsmaatregelen bij het opsporen en verhelpen van storingen ................. 103 11.3 Problemen op basis van foutcodes oplossen......................... 103 11.3.1 Foutcodes: Overzicht .............................
Opsporen en verhelpen van storingen INFORMATIE In het geval van een storing: ▪ In het geval van RXYSQ8: De foutcode wordt weergegeven op de gebruikersinterface van de binnenunit. ▪ In het geval van RXYSQ10+12: De foutcode wordt weergegeven op het 7- segmentendisplay van de buitenunit en op de gebruikersinterface van de binnenunit.
Pagina 105
Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Oorzaak Oplossing Te veel koelmiddel Herbereken de vereiste hoeveelheid koelmiddel op basis van de leidinglengte en het juiste vulniveau van het koelmiddel door een eventueel teveel aan koelmiddel te verwijderen met een apparaat voor het aftappen van koelmiddel.
Pagina 106
Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Oorzaak Oplossing ▪ De afsluiter van een buitenunit is dicht ▪ Op de afsluiter aan zowel de gas- als de gelaten. vloeistofzijde. ▪ leiding bedrading ▪ Controleer of de leiding en bedrading van de gespecificeerde binnenunit zijn niet juist gespecificeerde binnenunit...
Pagina 107
Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing ▪ Te veel koelmiddel ▪ Controleer hoeveelheid hoeveelheid+bijkomende hoeveelheid ▪ Afsluiter is gesloten unit. ▪ Open afsluiters. Storing sensor omgevingstemperatuur Controleer aansluiting op printplaat of (R1T) - A1P (X18A) actuator. Storing sensor perstemperatuur (R21T): Controleer aansluiting op printplaat of open keten - A1P (X29A) actuator.
Pagina 108
Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode Subcode Oorzaak Oplossing INV1 asymmetrische voedingsspanning Controleer of voeding binnen bereik is. Storing faseomkering voeding Corrigeer fasevolgorde. Storing faseomkering voeding Corrigeer fasevolgorde. INV1 voedingsspanning te laag Controleer of voeding binnen bereik is. INV1 voeding faseverlies Controleer of voeding binnen bereik is.
Als afval verwijderen 12 Als afval verwijderen OPMERKING Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden. De units MOETEN voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld.
Technische gegevens 13 Technische gegevens Een subset van de meest recente technische gegevens is beschikbaar op de regionale website van Daikin (publiek toegankelijk). De volledige set van de meest recente technische gegevens is beschikbaar op de Daikin Business Portal (authenticatie vereist).
Technische gegevens 13.1 Serviceruimte: Buitenunit In het geval van RXYSQ8: • Wanneer u units naast elkaar installeert, moeten de leidingen langs voor, langs achter of langs onder worden gevoerd. In dat geval kunnen de leidingen niet langs de zijkant worden gevoerd. •...
Technische gegevens 13.3 Bedradingsschema: Buitenunit Het bedradingsschema werd samen met de unit geleverd en bevindt zich op de binnenkant van het servicedeksel. Opmerkingen voor RXYSQ8: Dit bedradingsschema geldt alleen voor de buitenunit. Symbolen (zie hieronder). Symbolen (zie hieronder). Zie de montagehandleiding voor de aansluitbedrading naar binnenunit- buitenunit transmissie F1-F2 en buitenunit-buitenunit transmissie F1-F2.
Over het systeem 14 Over het systeem Het binnenunitdeel van dit VRV IV-S-warmtepompsysteem kan worden gebruikt voor toepassingen met verwarmen/koelen. Het type binnenunit dat kan worden gebruikt hangt af van de reeks van de buitenunits. In het algemeen kunnen de volgende types binnenunit worden aangesloten op een VRV IV-S-warmtepompsysteem (niet-beperkende lijst, afhankelijk van de combinaties van het model buitenunit en het model binnenunit): ▪...
Over het systeem 14.1 Systeemlay-out INFORMATIE De volgende afbeelding is slechts een voorbeeld en komt mogelijk NIET volledig overeen met de lay-out van uw systeem. a VRV IV-S-warmtepomp buitenunit b Koelmiddelleiding c VRV directe-expansiebinnenunit (DX) d Gebruikersinterface (specifiek afhankelijk van het type binnenunit) e BP-box (vereist voor aansluiting van Residential Air (RA) of Sky Air (SA) directe- expansiebinnenunits (DX)) f Residential Air (RA) directe-expansiebinnenunits (DX)
Gebruikersinterface 15 Gebruikersinterface VOORZICHTIG ▪ Raak de interne delen van de controller NOOIT aan. ▪ Verwijder het voorpaneel NIET. Sommige onderdelen in het toestel aanraken is gevaarlijk en kan problemen met het toestel veroorzaken. Neem contact op met uw dealer voor controle en afstelling van de interne delen. Deze gebruiksaanwijzing geeft een niet-beperkend overzicht van de belangrijkste functies van het systeem.
Werking 16 Werking In dit hoofdstuk 16.1 Voor het gebruik ..................................124 16.2 Werkingsbereik..................................125 16.3 Gebruik van het systeem................................ 125 16.3.1 Over het gebruik van het systeem......................... 125 16.3.2 Over koelen, verwarmen, alleen ventileren en automatische werking..............125 16.3.3 Over verwarmen ..............................
Werking ▪ Alleen ventileren (lucht/lucht). Afhankelijk van het type binnenunit zijn er specifieke functies; zie de specifieke montagehandleiding/gebruiksaanwijzing voor meer informatie. 16.2 Werkingsbereik Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en vochtgehaltebereiken om een veilige en efficiënte werking te verzekeren. Koelen Verwarmen Buitentemperatuur...
Werking 16.3.3 Over verwarmen Het kan langer duren voor de ingestelde temperatuur wordt bereikt voor algemeen verwarmen dan voor koelen. De volgende stappen worden uitgevoerd om te voorkomen dat de verwarmingscapaciteit afneemt of dat koude lucht wordt uitgeblazen. Ontdooien Bij het verwarmen bevriest de luchtgekoelde batterij van de buitenunit hoe langer, hoe meer, zodat steeds minder energie kan worden overgebracht naar de batterij van de buitenunit.
Werking 16.4 Gebruik van het ontvochtigingsprogramma 16.4.1 Over het ontvochtigingsprogramma ▪ Dit programma dient om de vochtigheid in uw kamer te verminderen met een zo klein mogelijke temperatuurdaling (minimale kamerkoeling). ▪ De microcomputer bepaalt automatisch de temperatuur en de ventilatorsnelheid (kan niet worden ingesteld met de gebruikersinterface).
Werking Koelen Verwarmen ▪ Wanneer de kamertemperatuur lager ▪ Bij het starten. is dan de ingestelde temperatuur. ▪ Als de kamertemperatuur hoger is dan de ingestelde temperatuur. ▪ Bij het ontdooien. ▪ Bij continue werking met horizontale luchtstroomrichting. ▪ Tijdens continue werking met neerwaartse luchtstroom bij het koelen met een aan het plafond opgehangen of tegen de muur gemonteerde unit, kan de microcomputer de luchtstroomrichting sturen, en verandert ook de aanduiding op de gebruikersinterface.
Werking Wanneer het systeem is geïnstalleerd zoals in de afbeelding hiervoor, dan moet één van de gebruikersinterfaces worden ingesteld als hoofdgebruikersinterface. Op de displays van de slave-gebruikersinterfaces staat (omschakeling onder gecentraliseerde besturing) en de slave-gebruikersinterfaces volgen automatisch de door de master-gebruikersinterface bepaalde bedrijfsstand. Verwarmen of koelen selecteren kan alleen met de master-gebruikersinterface (master koelen/verwarmen).
Pagina 130
Werking OPMERKING Neem contact op met uw dealer als u de combinatie of de instelling van groepsbesturing en besturing met twee gebruikersinterfaces wilt wijzigen. RXYSQ8~12TMY1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV IV-S-systeem airconditioner 4P404225-1C – 2024.03...
Energie besparen en optimale werking 17 Energie besparen en optimale werking Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om voor een optimale werking van het systeem te zorgen. ▪ Stel de luchtuitlaat zo in dat de lucht niet rechtstreeks op de aanwezige personen wordt geblazen.
Energie besparen en optimale werking 17.1 Beschikbare hoofdgebruiksmethoden Basis De koelmiddeltemperatuur wordt vastgelegd onafhankelijk van de situatie. Automatisch De koelmiddeltemperatuur wordt ingesteld afhankelijk van de buitentemperatuur. De koelmiddeltemperatuur wordt zo aangepast aan de vereiste belasting (die ook overeenstemt met de buitentemperatuur). Wanneer uw systeem bijvoorbeeld in de koelstand staat, dan moet bij een lage buitentemperatuur (bijv.
Onderhoud en service 18 Onderhoud en service WAARSCHUWING Vervang NOOIT een zekering door een zekering met een andere waarde of andere draden als een zekering is doorgebrand. Het gebruik van een draad of koperdraad kan een uitval van de unit of brand veroorzaken. VOORZICHTIG: Kijk uit voor de ventilator! De unit inspecteren met een draaiende ventilator is gevaarlijk.
Onderhoud en service schoonmaken vindt u in de montagehandleiding/gebruiksaanwijzing van de specifieke binnenunits. Installeer de gereinigde luchtfilters terug in dezelfde positie. ▪ Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik van het systeem in, dit om een vlotte werking te verzekeren. Zodra de voeding wordt ingeschakeld, verschijnt het displays van de gebruikersinterface.
Onderhoud en service 18.4 Dienst-na-verkoop en garantie 18.4.1 Garantieperiode ▪ Bij dit product wordt een garantiekaart geleverd die de dealer bij de installatie heeft ingevuld. De klant moet de ingevulde kaart controleren en zorgvuldig bewaren. ▪ Als het product binnen de garantieperiode moet worden gerepareerd, neemt u contact op met uw dealer en houd u de garantiekaart klaar.
Onderhoud en service Onderdeel Inspectiecyclu Onderhoudscyclus (vervangingen en/of reparaties) Elektromotor 1 jaar 20.000 uur Printplaat 25.000 uur Warmtewisselaar 5 jaar Sensor (thermistor, enz.) 5 jaar Gebruikersinterface en 25.000 uur schakelaars Lekbak 8 jaar Expansieklep 20.000 uur Magneetklep 20.000 uur Voor de tabel wordt uitgegaan van de volgende gebruiksomstandigheden: ▪...
Pagina 137
Onderhoud en service Aanbevolen vervangingscyclus voor slijtageonderdelen Onderdeel Inspectiecycl Onderhoudscyclus (vervangingen en/of reparaties) Luchtfilter 1 jaar 5 jaar Filter met hoog rendement 1 jaar Zekering 10 jaar Carterverwarming 8 jaar Onderdelen onder druk Neem ingeval van corrosie contact op met uw plaatselijke verdeler.
Opsporen en verhelpen van storingen 19 Opsporen en verhelpen van storingen Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan onderstaande maatregelen en neem contact op met uw verdeler. WAARSCHUWING Stop de werking en schakel de voeding UIT als er zich iets abnormaals voordoet (brandgeur, enz.).
Opsporen en verhelpen van storingen Storing Maatregel Het systeem werkt, maar ▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de koelt of verwarmt buitenunit of de binnenunit niet geblokkeerd is. onvoldoende. Verwijder eventuele obstakels en zorg voor voldoende ventilatie. ▪ Controleer of het luchtfilter niet verstopt is (zie "Onderhoud"...
Pagina 140
Opsporen en verhelpen van storingen Hierna vindt u een lijst met storingscodes als referentie. Afhankelijk van de ernst van de storingscode, kunt u op de AAN/UIT-knop drukken om de code te resetten. Vraag anders advies aan uw installateur. Hoofdcode Inhoud Externe beveiliging geactiveerd EEPROM-storing (binnenunit) Storing afvoersysteem (binnenunit)
Opsporen en verhelpen van storingen 19.2.1 Symptoom: Het systeem werkt niet ▪ De airconditioner start niet meteen nadat u op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface drukt. Als het bedrijfslampje brandt, is de toestand van het systeem normaal. Om overbelasting van de compressormotor te voorkomen, start de airconditioner pas 5 minuten nadat hij werd uitgeschakeld.
Opsporen en verhelpen van storingen 19.2.7 Symptoom: Op de gebruikersinterface staat "U4" of "U5", de unit stopt, en start weer na enkele minuten De gebruikersinterface wordt gestoord door interferentie van andere elektrische toestellen. Dit maakt communicatie tussen de units onmogelijk, en ze worden stilgelegd.
Opsporen en verhelpen van storingen 19.2.14 Symptoom: Op het scherm staat "88" Dit is het geval meteen nadat de hoofdvoeding is ingeschakeld en betekent dat de gebruikersinterface in de normale toestand staat. Dit duurt 1 minuut. 19.2.15 Symptoom: De compressor in de buitenunit stopt niet na een korte verwarmingscyclus Dit voorkomt dat er koelmiddel in de compressor blijft.
Verplaatsen 20 Verplaatsen Neem contact op met uw dealer om de volledige unit te verwijderen en opnieuw te installeren. Het verplaatsen van units vereist een zekere technische kennis. RXYSQ8~12TMY1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV IV-S-systeem airconditioner 4P404225-1C –...
Als afval verwijderen 21 Als afval verwijderen Deze unit werkt met fluorkoolwaterstof (HFK). Neem contact op met uw dealer wanneer u deze unit verwijdert. Het is bij wet verplicht om het koelmiddel te verzamelen, transporteren en verwijderen volgens de voorschriften voor "verzamelen en vernietigen van HFK's".
Bij het product geleverde labels, handleidingen, informatiebladen en apparatuur die moet worden geïnstalleerd volgens de instructies in de meegeleverde documentatie. Optionele apparatuur Door Daikin geproduceerde of goedgekeurde apparaatuur die kan worden gecombineerd met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie. Lokaal te voorzien NIET door Daikin geproduceerde apparatuur die kan worden gecombineerd met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie.