Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Duikterminologie; Klokken; Een Alarm Instellen; Een Alarm Wijzigen - Garmin DESCENT MK3 Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Duikterminologie

Resterende luchttijd (ATR): De tijd die u op de huidige diepte kunt blijven tot een stijging van 9 m/min. (30
ft./min.) zou resulteren in een stijging met de reservedruk.
Centraal zenuwstelsel (CNS): Een maat voor de zuurstoftoxiciteit van het centrale zenuwstelsel als gevolg van
blootstelling aan een verhoogde partiële zuurstofdruk (PO2) tijdens het duiken.
Closed-Circuit Rebreather (CCR): Een duikmodus voor duiken die worden uitgevoerd met een herontluchter, die
uitgeademd gas opnieuw circuleert en kooldioxide verwijdert.
Maximale werkingsdiepte (MOD): De grootste diepte waarop een ademgas kan worden gebruikt voordat de
partiële zuurstofdruk (PO2) de veilige grens overschrijdt.
Geen decompressiegrens (NDL): Een duik waarbij geen decompressietijd nodig is bij het naderen van het
oppervlak.
Eenheden voor zuurstoftoxiciteit (OTU): Een maat voor pulmonale zuurstoftoxiciteit die wordt veroorzaakt door
blootstelling aan een verhoogde partiële zuurstofdruk (PO2) tijdens het duiken. Eén OTU is gelijk aan het
inademen van 100% zuurstof bij 1 ATM gedurende 1 minuut.
Partiële druk van zuurstof (PO2): De druk van de zuurstof in het beademingsgas, gebaseerd op de diepte en het
zuurstofpercentage.
Luchtverbruik op drukbasis (PSAC): De drukverandering in de loop van de tijd, genormaliseerd tot 1 ATM.
Respiratoir minuutvolume (RMV): De verandering in gasvolume bij omgevingsdruk in de loop van de tijd.
Oppervlakte-interval (SI): De tijd die is verstreken sinds de laatste duik.
Tijd tot oppervlak (TTS): De geschatte tijd die nodig is om aan het oppervlak te komen, inclusief
decompressiestops.
Luchtverbruik volumetrische oppervlakken (SAC): De verandering in gasvolume in de loop van de tijd,
genormaliseerd tot 1 ATM.

Een alarm instellen

U kunt meerdere alarmen instellen.
1 Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2 Selecteer Klokken > ALARMEN > Voeg alarm toe.
3 Voer de wektijd in.
Een alarm wijzigen
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Klokken > ALARMEN > Wijzigen.
3 Selecteer een alarm.
4 Selecteer een optie:
• Selecteer Status om het alarm in of uit te schakelen.
• Als u de alarmtijd wilt wijzigen, selecteert u Tijd.
• Als u het alarm regelmatig wilt laten herhalen, selecteert u Herhaal en selecteert u wanneer het alarm
moet worden herhaald.
• Selecteer Geluid en trillen om het type alarmmelding te selecteren.
• Selecteer Label om een beschrijving voor het alarm te selecteren.
• Selecteer Wis om het alarm te verwijderen.

Klokken

Klokken
31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Descent mk3Descent mk3i

Inhoudsopgave