20
Bediening
20.24 Overslagautomaat bedienen (bij uitvoering "Overslagautomaat")
20.24.2
Overslagautomaat activeren/deactiveren
Levensgevaar door automatisch bestuurde machine
Automatisch bestuurde machinefuncties moeten door de bestuurder worden bewaakt. Bij het
gebruik van automatische functies moet de bestuurder er in bijzondere mate voor zorgen dat
personen in de nabijheid van de machine en langs het rijtraject van de machine niet in gevaar
worden gebracht.
Ervoor zorgen dat zich geen personen in de gevarenzone van de machine bevinden.
De bestuurder mag de cabine tijdens de werking niet verlaten.
Tijdens de werking van de automatische functies moet de bestuurder deze continu
observeren om bij optredende gevaren, hindernissen of onderbrekingen de handmatige
besturing direct over te kunnen nemen.
ü De memory-toetsen op de rijhendel zijn met de functie "Overslagautomaat" belegd,
Pagina 178.
ü De invoer en het voorzetwerktuig zijn ingeschakeld.
ü De uitwerpboog is op het midden van het transportvoertuig uitgericht.
ü Het voorzetwerktuig van de machine bevindt zich op de hoogte van de dissel van het
transportvoertuig.
ü De ingang 3 van de camera-monitor is geselecteerd.
1
BX002-645
Om de overslagautomaat te activeren, de toets "uitwerpboog spiegelen/parkeren" (2) 1x
indrukken.
Om de overslagautomaat te deactiveren een van de toetsen "uitwerpboog draaien links/
rechts" (3) (stand 2) of "uitwerpboogklep heffen/neerlaten" (1) (stand 2) indrukken.
20.24.3
Vulstrategie selecteren
Om de gewenste vulstrategie te selecteren in het terminal het menu "Gewasstroom",
"Overslagautomaat", "Instellingen" selecteren.
ð Het transportvoertuig wordt automatisch gevuld.
Wisselen van de vulstrategie
De vulstrategie kan tijdens de werking worden gewisseld.
Om de gewenste vulstrategie te selecteren in het terminal het menu "Gewasstroom",
"Overslagautomaat", "Instellingen" selecteren.
406
WAARSCHUWING
2
3
Originele handleiding 150000943_06_nl
zie
BiG X 780