20
Bediening
20.5
Inkuilmiddelinstallatie
WAARSCHUWING! Beknellingsgevaar door draaiende rotor. Ervoor zorgen dat de
accuhoofdschakelaar uitgeschakeld is.
De toevoer en afvoer van de aansluitingen (5) van de peristaltische pomp loskoppelen.
De rotor (2) van de peristaltische pomp zo instellen, dat de linkerzijde vrij is.
Het verbindingsstuk (4) aan de linkerzijde optillen.
De rotor (2) draaien, zodat het bovenste gedeelte vrij is en daarbij de slang (1) boven uit het
pomphuis (3) verwijderen.
De rotor (2) verder draaien, zodat de rechterzijde vrij is en daarbij de slang (1) aan de
rechterzijde uit het pomphuis (3) verwijderen.
Het verbindingsstuk (4) aan de rechterzijde optillen en de pompslang (1) uit het pomphuis
(3) verwijderen.
De andere pompslang in omgekeerde volgorde monteren.
De aan- en afvoer weer verbinden met de aansluitingen (5) van de peristaltische pomp.
1
BX002-658
De deksel (1) van de peristaltische pomp (2) weer monteren.
20.5.3
Extra inkuilmiddelinstallatie aansluiten (bij uitvoering "Externe
inkuilmiddelinstallatie")
BX001-952
Er bestaat de mogelijkheid een externe inkuilmiddelinstallatie aan te sluiten. De elektrische
aansluiting voor het doseereenheid bevindt zich achter de afdekplaat (1).
376
2
Originele handleiding 150000943_06_nl
BiG X 780