19
Rijden en transport
19.2
Motor starten
BMG000-005
De contactsleutel (1) in het contactslot naar rechts in de stand "II" draaien.
Æ Het waarschuwingslampje "Laadcontrole" (2) gaat branden.
Minstens 2 seconden wachten, daarna de contactsleutel in het contactslot in de stand "III"
draaien.
Wanneer de motor start:
De contactsleutel onmiddellijk loslaten.
Æ De contactsleutel springt automatisch in de bedrijfsstand.
Æ Het waarschuwingslampje "Laadcontrole" (2) gaat uit.
De motor stationair laten draaien tot de temperatuurindicatie koelmiddel stijgt.
Wanneer het waarschuwingslampje "Laadcontrole" (2) gaat branden:
De motor uitzetten en de storing verhelpen.
Wanneer de motor niet binnen 30 seconden start:
De contactsleutel op de stand "STOP" draaien.
Na 1 minuut wachttijd de startprocedure herhalen.
Wanneer de motor opnieuw niet start:
De contactsleutel op de stand "STOP" draaien.
De oorzaak voor het slechte startgedrag verhelpen, zie meegeleverde handleiding van de
motorfabrikant.
19.2.1
Controle- en waarschuwingslampjes in acht nemen
BMG000-006
Zolang de dieselmotor draait, moeten de controle- en waarschuwingslampjes op de
stuurkolom in gaten worden gehouden.
Waarschuwingslampje "Laadcontrole" (1):
340
1
Originele handleiding 150000943_06_nl
BiG X 780