11
Inbedrijfstelling
11.2
Bestuurdersplaats instellen
6 Gewichtsinstelling
7 Vasthoudsysteem
8 Verstelling van de rugleuning
De lucht-comfort-stoel (1) kan worden aangepast aan de behoeften van de bestuurder.
Gewichtsinstelling
BX002-096
Ter voorkoming van schade aan de gezondheid moet voor de inbedrijfstelling van de machine
de instelling van het persoonlijke gewicht van de bestuurder worden gecontroleerd en ingesteld.
Bij de instelling moet de bestuurder absoluut stilzitten.
De schakelaar (6) in stand I drukken.
Na de gewichtsinstelling kan de stoel met de schakelaarstand I omhoog worden bewogen of
met de schakelaarstand II omlaag worden bewogen.
Instelling van de rugleuning
De rugleuning niet belasten en de vergrendelingshendel (8) omhoog trekken en vasthouden.
De schuinte van de rugleuning instellen en de vergrendelingshendel (8) loslaten.
Controleren of de vergrendeling correct is vastgeklikt. De rugleuning mag niet meer
verschuifbaar zijn.
Lengte-instelling
De vergrendelingsbeugel (11) omhoog trekken en vasthouden, de bestuurdersstoel (1) in de
gewenste stand naar voren resp. naar achteren schuiven en de vergrendelingsbeugel (11)
loslaten.
Controleren of de vergrendeling correct is vastgeklikt. De bestuurdersstoel mag niet meer
verschuifbaar zijn.
Horizontale vering
Door de horizontale vering worden schokbelastingen in de rijrichting door de bestuurdersstoel
(1) beter opgevangen.
Om de horizontale vering te activeren, de hendel (14) omhoog trekken.
Om de horizontale vering te deactiveren, de hendel (14) omlaag duwen.
238
I
6
II
14 Horizontale vering
15 Slot van de vasthoudinrichting
Originele handleiding 150000943_06_nl
BiG X 780