7633560 - 03 - 14072016
Pomp nadraaitijd (2250) enPomp nalooptijd na Tapw (2253)
De vertragingstijden van de pompen worden geregeld in overeenstemming
met de verwarmingsmodus of de drinkwatermodus.
Ketelpomp bij gen. blok. (2301)
Stoppen van de ketelpomp in geval van ingeschakelde manuele warmtepro
ducent-vergrendeling (bv. via H1).
Uit: Uitschakelen niet geactiveerd.
Aan: Uitschakelen geactiveerd.
Werking warmte opwek. blok. (2305)
De parameter wordt gebruikt om in te stellen of de vergrendeling van de
warmteproducent alleen in werking dient te zijn voor verwarmingsopvragen
of ook voor Tapw-opvragen.
Aleen verwarmingsbedrijf: Alleen verwarmingsopvragen zijn vergrendeld.
Tapw-opvragen zijn nog steeds in bedrijf.
Verw. en Tapw bedrijf: Alle verwarmings- en Tapw-opvragen zijn vergren
deld.
Temperatuurslag Max (2316)
Wanneer de pomp de maximale snelheid bereikt terwijl de ingestelde tem
peratuurstijging normaal is, stijgt het temperatuurverschil via de ketel. De
waarde die in temeratuurstijging maximaal is ingesteld, wordt niet over
schreden. Dit wordt bereikt door de ketelinstelwaarde te verlagen op de ac
tuele retourtemperatuur plus de waarde die hier weergegeven is.
Opgelet
De grenswaarde van de keteltemperatuur mag alleen worden vast
gelegd als er een modulerende verwarmingskringpomp is geconfi
gureerd, bijv. als prof. nr. 6085 (Functie uitgang P1) is toegewezen
aan een verwarmingskringpomp.
Temperatuurslag Nom. (2317)
De spreiding tussen de ketelaanvoertemperatuur en de ketelretourtempera
tuur wordt de temperatuurstijging genoemd.
Voor het gebruik met een modulerende pomp wordt de temperatuurstijging
beperkt met deze parameter.
Pomp modulatie (2320)
Geen: De functie is uitgeschakeld.
Behoefte: Inschakeling van de ketelpomp vindt plaats op de snelheid die
berekend is voor de Tapw-pomp tijdens de Tapw-modus of op de hoogste
brekedne snelheid gedurende max. 3 verwarmingskringpompen tijdens
de zuivere verwarmingsmodus.
De berekende pompsnelheid voor verwarmingskring 2 en 3 wordt alleen
geevalueerd als de verwarmingskringen eveneens afhankelijk zijn van de
instelling van de verdeelklep (parameter ketelpomp Tapw-verdeelklep be
sturing).
Ketel gew wrde: De ketelpomp moduleert zijn snelheid zodat de actuele
instelwaarde (Tapw- of bufferopslagtank) wordt bereikt bij aanvoer door
de ketel. De snelheid van de ketelpomp dient te worden verhoogd binnen
de vastgelegde grenzen totdat de brander zijn bovenste capaciteit heeft
bereikt.
Temperatuurslag Nom.: Het ketelvermogen wordt geregeld op de ketelin
stelwaarde.
De besturing van de pompsnelheid controleert de snelheid van de ketel
pomp, zodat de nominale stijging tussen de ketelretourleiding en ketelaa
voer wordt geoberseerd.
Als de actuele stijging groter is dan de nominale stijging, wordt de pomp
snelhid verhoogd, anders wordt de pompsnelheid verlaagd.
Brandercapaciteit: Als de brander wordt toegepast met een laag vermo
gen, dan dient ketelpomp ook te worden toegepast op de lage pompsnel
heid. Tijdens de hoge ketelcapaciteit dient de ketelpomp te draaien op ho
ge snelheid.
EcoTherm Plus BBS EVO 15 – 28 H
9 Instellingen
95