7633560 - 03 - 14072016
Uit: De aparte Tapw-kring functie is uitgeschakeld. Iedere beschikbare ke
tel kan de Tapw opslagtank verzorgen.
Aan: De aparte Tapw-kring functie is ingeschakeld. Het Tapw laden wordt
alleen uitgevoerd vanuit de hiervoor vastgelegde ketel.
Toelichting
De Tapw actuator Q3 moet ingesteld zijn onder prog. nr. 5731 op
"verdeelklep" voordat er een aparte Tapw kring wordt ingeschakeld.
Reg boiler pomp/Tapw klep (5774)
Met deze parameter kan voor speciale watersystemen worden vastgelegd
dat de ketelpomp Q1 en de verdeelklep Q3 alleen verantwoordelijk zijn voor
DHW en verwarmingskring 1, echter niet voor de verwarmingskringen 2 en
3 of voor externe gebruikerkringen.
Alle vragen: De verdeelklep is hydraulisch aangesloten voor allen opvra
genn en schakelaars tussen DHW modus en de resterende opvragen. De
ketelpomp loopt bij alle opvragen.
Alleen vraag VG1/Tapw: De verdeelklep is hydraulisch alleen aangesloten
voor verwarmingskring 1 en DHW en de schakelaars tussen DHW modus
en verwarmingskring 1 modus. Alle overige opvragen worden niet hydrau
lisch aangesloten via de verdeelklep (DV) en de ketelpomp, maar recht
streeks op de ketel.
Relaisuitgang QX1 (5890) en Relaisuitgang QX2 (5891)
Geen: Relaisuitgangen gedeactiveerd.
Circ pomp Q4: De aangesloten pomp dient als een tapwatercirculatie
pomp (zie prog. nr. 1660).
EL verbruik Tapw K6: Als het verwarmingselement aangesloten is, kan de
tapwaterketel worden geladen in overeenstemming met de bedieningszij
de tapwateropslag bedrijfslijn verwarmingselement.
Toelichting
De bedrijfsmodus wordt ingesteld onder prog. nr. 5060.
Gebr. circ.pomp VK1 Q15: Aansluiting van een pomp op de ingang Q15/18
voor een extra gebruiker, die wordt opgevraagd via een Hx-ingang.
Ketelpomp Q1: De aangesloten pomp wordt gebruikt om het ketelwater
te laten recirculeren.
Alarmuitgang K10: Een nieuwe storing wordt door middel van dit alarm
relais aangegeven. Het contact wordt gesloten met de vertragingstijd, die
geselecteerd is onder prog. nr. 6612. Als er geen storingsmeldingen zijn,
opent het contact zonder vertraging.
Toelichting
De alarmuitgang wordt geactiveerd met een vertraging van 5 minu
ten, zodat kortdurende storingen die, bijvoorbeeld, alleen een her
start veroorzaken, niet worden weergegeven.
Verw circ pomp VG3 Q20: Inschakelen van de verwarmingscirculatiepomp
HC3.
Gebr. circ.pomp VK2 Q18: Inschakelen van het verbruikercircuit VK2.
Circ pomp Q14: Aansluiting van een aanvoerpomp.
Wrmt Opwek. blok vent Y4: Aansluiten van een omschakelklep voor ont
koppeling van het watersysteem van de warmte producerende voorzie
ning van de rest van het systeem.
Klokprogramma 5 K13: De relais worden overeenkomstig de instellingen
door het tijdprogramma 5 gecontroleerd.
Zon servomotor zwemb K18: Als er meerdere warmtewisselaars aangeslo
ten zijn, moet het zwembad worden ingesteld op de betreffende relaisuit
gang en het type van de regeleenheid voor de zonne-energie moet wor
den vastgelegd onder prog. nr. 5840.
Zwembad pomp Q19: Aansluiting van een zwembadpomp op de ingang
Q19.
Cascade pomp Q25: Gemeenschappelijke ketelpomp voor alle ketels in
een cascadeopstelling.
Tapw mengpomp Q35: Aparte pomp voor opslagcirculatie gedurende de
actieve legionellafunctie.
EcoTherm Plus BBS EVO 15 – 28 H
9 Instellingen
103