Veilige Bediening Toro
Zitmaaiers
De volgende lijst bevat veiligheidsinstructies die specifiek
zijn toegesneden op Toro-producten, of andere veiligheids-
instructies die niet zijn opgenomen in de CEN-, ISO- of
ANSI-normen.
Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen
uitwerpen. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om
ernstig of mogelijk dodelijk letsel te voorkomen.
Gebruik van dit product voor andere doeleinden dan deze
kan gevaarlijk zijn voor de bestuurder of omstanders.
Waarschuwing
De uitlaatgassen van de motor bevatten
koolmonoxide, een reukloos, dodelijk gif.
Laat de motor niet binnenshuis of in een afgesloten
ruimte lopen.
• Voordat u een machine met omkiepbeveiliging gaat
gebruiken, moet u ervoor zorgen dat de veiligheids-
gordels zijn bevestigd en de stoel is vergrendeld om te
voorkomen dat de stoel naar voren klapt.
• Zorg ervoor dat u weet hoe u de motor snel kunt
afzetten.
• Draag geen tennisschoenen of gymschoenen als u de
machine gebruikt.
• Het verdient aanbeveling veiligheidsschoenen en een
lange broek te dragen. Dit is verplicht op grond van
diverse plaatselijke veiligheidsvoorschriften en
verzekeringsbepalingen.
• Wees voorzichtig als u omgaat met brandstof. Neem
gemorste brandstof op.
• Controleer elke dag of de interlockschakelaars goed
functioneren. Als een schakelaar defect is, moet u deze
vervangen voordat u de machine gebruikt. Vervang om
de twee jaar alle interlockschakelaars van het veiligheids-
systeem, ongeacht of ze wel of niet naar behoren
functioneren.
• Neem plaats op de bestuurdersstoel alvorens de motor
te starten.
• Let goed op als u de machine gebruikt. Om te
voorkomen dat u de controle over de machine verliest,
moet u de volgende instructies naleven:
– Rij niet te dicht langs zandbunkers, greppels, sloten,
dijken of andere gevaarlijke punten.
– Verminder de snelheid als u een scherpe bocht
maakt. Vermijd plotseling stoppen en starten.
– Als u in de buurt van een weg werkt of deze
oversteekt, moet u altijd voorrang verlenen.
– Gebruik de serviceremmen als u een helling afdaalt,
om de snelheid laag te houden en de machine onder
controle te houden.
• Als u de machine gebruikt op hellingen en golfend
terrein of in de buurt van steil aflopende stukken, moet
u altijd ervoor zorgen dat de omkiepbeveiliging is
gemonteerd.
• Als u de machine gebruikt met de omkiepbeveiliging,
moet u altijd de veiligheidsgordel omdoen en erop
letten dat de draaipen van de stoel is gemonteerd
(uitsluitend bij GM).
• Als u een machine met omkiepbeveiliging gebruikt,
moet u altijd de veiligheidsgordel omdoen.
• Zorg ervoor dat u de veiligheidsgordel snel kunt
losmaken als de machine in een vijver of een sloot, enz.
terechtkomt.
• De maaidekken moeten worden opgeheven als u van het
ene werkgebied naar het andere rijdt, maar om beter in
balans te kunnen blijven tijdens het sturen, verdient het
aanbeveling de maaidekken neer te laten bij het afdalen.
• Raak de motor, de geluiddemper of de uitlaatpijp niet
aan als de motor loopt of direct nadat u deze heeft
afgezet. Deze kunnen heet zijn en brandwonden
veroorzaken.
• De machine kan op elke helling omslaan of kantelen,
maar dit risico neemt toe bij een grotere hellinghoek.
Vermijd steile hellingen.
• Schakel de tractieaandrijving langzaam in en houd altijd
uw voet op het tractiepedaal, vooral wanneer u een
helling afrijdt.
– Gebruik de achteruit op het tractiepedaal om te
remmen.
• Als de motor afslaat wanneer u een helling oprijdt, mag
u de machine nooit keren. U moet dan altijd langzaam
in een rechte lijn achterwaarts de helling af rijden.
• Als er onverwachts een persoon of huisdier in of in de
buurt van het maaigebied verschijnt, moet u stoppen
met maaien. Onvoorzichtig gebruik in combinatie met de
hoeken van het terrein, afkaatsingen en verkeerd
geplaatste schermen kunnen leiden tot letsel als gevolg
van uitgeworpen voorwerpen. Ga pas verder met maaien
als er niets of niemand meer in het maaigebied is.
6