Zekeringen en
stroomonderbreker
Zekeringen en smeltzekeringen zorgen voor de beveiliging
van de gehele bedrading. De zekeringen bevinden zich
onder het bedieningsspaneel aan de rechterkant van de
bestuurdersstoel (Fig. 55). De smeltzekeringen in de
kabelboom kunnen worden vervangen als alle elektrische
functies uitvallen. Als alle elektrische functies uitvallen,
moet u de oorzaak van de storing opsporen en deze
verhelpen voordat u de smeltzekeringen vervangt.
Figuur 55
1. Zekeringhouder (2)
Onderhoud van het remsysteem
Het remvloeistofpeil moet om de 50 bedrijfsuren worden
gecontroleerd. Vervang de remvloeistof om de
1000 bedrijfsuren of jaarlijks. Vul het systeem met DOT 3
hydraulische remvloeistof. U controleert het
remvloeistofpeil als volgt:
1. Til de vloerplaat vóór de stoel omhoog (Fig. 56).
Verwijder de gereedschapsbak.
2
Figuur 56
1. Vloerplaat
2. Klik de beugel van de kap los en verwijder de kap van
de hoofdremcilinder (Fig. 57).
1
1
2. Gereedschapsbak
2
3
1
Figuur 57
1. Hoofdremcilinder
2. Beugel van kap
Wielen en banden
Torsie van wielmoeren
Na de eerste tien (10) bedrijfsuren en daarna om de
200 bedrijfsuren moet u de torsie van de wielmoeren
controleren.
1. Draai de moeren van de voorwielen vast met een torsie
van 81–95 Nm.
2. Draai de moeren van de achterwielen vast met een
torsie van 41–47 Nm.
Bandenspanning controleren
Aangezien de Groundsmaster 580–D kan worden gebruikt
voor grasvelden die in sterk uiteenlopende condities
verkeren, is een juiste bandenspanning van zeer groot
belang. Controleer elke dag de conditie en de spanning van
de banden en neem de volgende richtlijnen in acht om de
grasmat in optimale conditie te houden:
Banden van tractie-eenheid
• In Normale maaiomstandigheden en bij gebruik op een
brede verscheidenheid van grassoorten: 100 kPa
(15 psi) voor de voorbanden; 90 kPa (13 psi) voor de
achterbanden.
• Als de grasmat nat en zachter dan normaal is, moet u de
bandenspanning verlagen: 80 kPa (12 psi) voor de
voorbanden en 60 kPa (9 psi) voor de achterbanden.
• Als de grasmat droog en harder dan normaal is, moet u
de bandenspanning verhogen: 120 kPa (18 psi) voor
achter- en voorbanden.
Banden van zwenkwielen
• In alle omstandigheden moet de spanning van de
zwenkwielen 340 kPa (50 psi) zijn.
51
3. Kap van reservoir