4. Draai het contactsleuteltje op AAN, maar start de motor
niet.
Opmerking: De rode tekst op de overlay-sticker heeft
betrekking op de inputschakelaars en de groene tekst op de
outputs.
5. De LED "outputs getoond" op de kolom rechtsonder op
de Diagnostische ACE moet oplichten. Als de LED
"inputs getoond" oplicht, moet u de tuimelschakelaar op
de Diagnostische ACE indrukken om de LED "outputs
getoond" te laten oplichten.
Opmerking: Het kan noodzakelijk zijn de LEDs "inputs
getoond" en "outputs getoond" enige malen beurtelings te
laten oplichten om de volgende stap uit te voeren. Om de
LED's beurtelings te laten oplichten, drukt u de tuimel-
schakelaar nog een keer in. Dit kunt u zo vaak doen als
nodig is. Houd de knop niet ingedrukt.
6. Neem plaats op de stoel en probeer de gewenste functie
van de machine. (Als u hulp nodig hebt bij het
controleren van de juiste input-instellingen voor iedere
functie, kijk dan in de tabel op blz. 37). Als de juiste
output-LED's gaan branden, duidt dit erop dat de ECU
die functie inschakelt. (Raadpleeg de logische tabel om
zeker te zijn van de gespecificeerde output-LEDs).
Opmerking: Als een output-LED knippert, betekent dit dat
er elektrische problemen met die OUTPUT zijn. U moet
defecte elektrische onderdelen onmiddellijk repareren of
vervangen. Om een knipperende LED terug te stellen,
draait u het contactsleuteltje op "UIT" en daarna weer op
"AAN".
Als er geen output-LED's knipperen, maar de juiste
output-LED's niet branden, moet u controleren of alle
inputschakelaars functioneren aan de hand van de
instructies voor de controle van de interlockschakelaars.
Controleer of de schakelaar correct functioneert
Als de output-LED's branden zoals is gespecificeerd, maar
de machine niet naar behoren werkt, duidt dit op een defect
dat niet van elektrische aard is. Indien nodig repareren.
Opmerking: Als gevolg van een belemmering in het
elektrische systeem kan het voorkonen dat de output-LEDs
voor "START", "MONITOR" en "ETR/ALT" niet gaan
knipperen zelfs als deze functies te kampen hebben met
elektrische problemen. Als de storing van de machine verband
houdt met een van deze functies, moet u het elektrische circuit
doormeten met een spannings-/weerstandsmeter om te
controleren of deze functies niet te kampen hebben met
elektrische problemen.
Als het elektronische besturingssysteem een output-
probleem voor de cruise control of een van de maaidekken
ontdekt, zal het besturingssysteem de machine uitschakelen.
Aanwijzingen dat dit de oorzaak van het probleem is, zijn
onder meer:
• Het groene diagnoselampje knippert
• De Diagnostische ACE zal de LED "geen output" laten
oplichten.
• De diagnostic ACE geeft met een knipperend lampje
aan welke output is weggevallen.
• De machine reageert niet als het contactsleuteltje wordt
gedraaid.
Bovengenoemde situaties duiden op een probleem in de
ECU; neemt contact op met een erkende Toro-dealer voor
hulp.
Als een outputschakelaar in de juiste stand staat en naar
behoren functioneert, maar de output-LED's niet correct
branden, duidt dit op een probleem in de ECU. In dit geval
dient u contact op te nemen met uw Toro-dealer voor hulp.
Belangrijk
Het display van de Diagnostische ACE mag
niet aangesloten blijven op de machine. Het display is niet
bestand tegen de omstandigheden waarin de machine elke
dag wordt gebruikt. Als u de Diagnostische ACE niet meer
nodig heeft, moet u deze losmaken van de machine en de
kringloopstekker weer bevestigen aan de connector van de
kabelboom. De machine zal niet werken als de
kringloopstekker niet op de kabelboom zit. Bewaar de
Diagnostische ACE op een droge veilige plek in de
werkplaats, niet op de machine.
32