Inhoudsopgave
Advertenties
3. Verwijder de R-pen en de gaffelpennen uit de draaiarmen
van de achterzwenkwielen van het front maaidek (Fig. 12).
Houd de gaten in de draaiarm recht voor de gewenste gaten
in de maaihoogtebeugel in de maaidekframes. Plaats de
gaffelpennen en monteer de R-pennen (Fig. 12).
4
3
Figuur 12
1. R-pen
2. Gaffelpen
4. Verwijder de lynchpen uit de zwenkwielvorkassen bij
alle overige zwenkwielsets (Fig. 13). Verwijder de
zwenkwielvorkas en de afstandstukken van de
zwenkwielarm (Fig. 13). Plaats de afstandstukken op de
zwenkwielas overeenkomstig de gewenste instelling
van de maaihoogte en monteer de vorkas in de arm
(Fig. 9) Monteer de overige afstandstukken op de as en
zet het geheel vast met de lynchpen (Fig. 13).
3
Figuur 13
1. Lynchpen
2. Afstandsstukken
1
2
3. Montagegaten voor
zwenkwielassen
4. Draai-arm
1
2
3. Ringen
23
Ski's afstellen
Na de oorspronkelijke afstelling of als de maaihoogte is
gewijzigd, moeten de ski's van het maaidek ook worden
afgesteld. U stelt de ski's af door de flensmoeren los te
draaien (Fig. 14) en de ski op de aangegeven hoogte te
plaatsen (zie tabel). Vervolgens draait u de flensmoeren
weer vast om de afstelling te borgen.
Frontmaaidek
Alle maaihoogten – 9 tot 12,5 mm boven een
horizontaal vlak
ZIJMAAIDEKKEN
Maaihoogte 2,5 cm – Ski helemaal boven geplaatst
Maaihoogte 3,8 tot 7,6 cm – Ski 12,5 tot 25 mm boven
een horizontaal oppervlak geplaatst
Maaihoogte 7,6 cm en hoger – Ski helemaal boven
geplaatst
Figuur 14
1. Ski
1
Advertenties
Inhoudsopgave
