Zijmaaidekken
1. Verwijder de kappen van het maaidek. Om de
riemspanning te controleren, moet u de riem in het
midden met een kracht van 35,5 N indrukken en de
speling controleren. Deze speling moet ongeveer
7,9 mm zijn. Als de speling niet correct is, gaat u verder
met stap 2. Als de speling correct is, gaat u verder met
stap 3.
2. Om de riemen te spannen, moet u de flensmoer op de
spanpoelie losdraaien (Fig. 67). Schuif de poelie tegen
de riem totdat de riem de juiste spanning heeft. Houd de
poelie in zijn positie en draai de flensmoer vast om de
afstelling te borgen.
2
Figuur 67
1. Flensmoer van
spanpoelie
3. Plaats de kappen van het maaidek terug.
Drijfriemen van maaimes
vervangen
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat het
maaidek neer, stel de parkeerrem in werking, zet de motor
af en verwijder het sleuteltje uit het contact.
Frontmaaidek
Opmerking: Om de drijfriem van het maaimes van het
frontmaaidek te verwijderen, moeten eerst de drijfriemen
van de assen van de zijmaaidekken worden verwijderd.
1. Verwijder de kappen van het maaidek. Til beide
zijmaaidekken op om de spanning van de spanpoelies
op te heffen en schuif de riem van de poelies.
2. Draai de contramoer los en haal de spanning van de
veren met de spanbout (Fig. 68).
1
2. Drijfriemen
56
1
10
10
4
5
Figuur 68
1. Glijplaat
2. Ophangplaat van motor
3. Aandrijfmotor
4. Aandrijfpoelie
5. Taper lock-bus
6. Compressieveer
7. Veerhouder
3. Haal de stelschroef met de moer uit de gereedschapsbak.
4. Draai de moer op de stelschroef en draai de schroef in de
achterkant van de ophangplaat van de motor (Fig. 68).
5. Draai de (4) tapbouten los waarmee de glijplaat is
bevestigd aan de ophangplaat van de motor (Fig. 68).
6. Verwijder de (4) flenskop-tapbouten en ringen waarmee
de ophangplaat van de motor is bevestigd aan het
maaidek (Fig. 68).
Opmerking: Draai de stelschroeven niet los.
7. Indien nodig moet u de riem(en) vervangen. Monteer de
poelies zoals wordt getoond in Figuur 69.
8. Plaats de ophangplaat van de motor op het maaidek en
leg de riem rond de aandrijfpoelie Fig. 68). Zorg ervoor
dat u de buigzame hydraulische leidingen niet verbuigt,
verdraait, knikt of beschadigt.
8
6
7
9
2
11
13
12
8. Leibaan
9. Stelschroef (achter)
10. Stelschroef (vóór)
11. Spanbout
12. Hoogtemaat
13. As van middelste dek