5.3
Strooischijven
In rijrichting gezien:
•
linker strooischijf (Afb. 18/1) met markering
L.
•
rechter strooischijf (Afb. 18/2) met
markering R.
Strooiplaat:
•
Lang (Afb. 18/3) - waarden van de
instelschaal tussen 35 en 55.
•
Kort (Afb. 18/4) - waarden van de
instelschaal tussen 5 en 28.
Bij toepassing van de strooischijven
19) is een traploze afstelling van de werkbreedte
mogelijk door het zwenken van de strooiplaat op
de strooischijven.
O M
De strooischijven
10-16 kunnen voor
werkbreedten van 10-16 m worden gebruikt.
De strooischijven
O M
18-24 kunnen voor
werkbreedten van 18-24 m worden gebruikt.
O M
De strooischijven
24-36 kunnen voor
werkbreedten van 24-36 m worden gebruikt.
De aandrijving van de strooischijven en
Z A - M p r o f i S
roerwerken vindt bij de
door de cardanas via de middenoverbrenging en
de haakse overbrenging.
5.4
Roerwerk
Spiraalvormige roerassen in de trechterpunten
(Afb. 20/1) zorgen voor een gelijkmatige stroom
mestkorrels op de strooischijven. De langzaam
roterende, spiraalvormige segmenten van de
agitator transporteren de mestkorrels gelijkmatig
naar de betreffende uitwerpopening.
ZA-M BAG0039.1 09.07
Afb. 18
De U-vormige strooiplaten zijn zodanig gemonteerd, dat de open
zijden in draairichting wijzen en de mestkorrels opnemen.
O M
(Afb.
plaats
Afb. 19
De instellingen worden uitgevoerd aan de hand van de strooitabel. De
controle van de ingestelde werkbreedte kan eenvoudig met de
mobiele testbank (optioneel) worden uitgevoerd.
Afb. 20
Opbouw en werking
41