Gebruik geen grotere of hogere potten. De deksels
zouden kunnen springen.
De weckflessen mogen tijdens het inkoken in de
binnenruimte niet met elkaar in contact komen.
Fruit en groente voorbereiden
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken.
Was het grondig.
Fruit resp. groente afhankelijk van de soort, schillen,
pitten verwijderen en kleinmaken en in weckflessen tot
ca. 2 cm onder de rand vullen.
Fruit
De vruchten in de weckflessen met hete, afgeschuimde
suikeroplossing vullen (ca. 400 ml voor 1-literfles). Op
één liter water:
ca. 250 g suiker bij zoet fruit
■
ca. 500 g suiker bij zuur fruit
■
Groente
De groente in de weckflessen vullen met heet,
afgekookt water.
De glazen randen schoonmaken. Leg op elke pot een
natte rubberen ring en een deksel. Sluit de potten af
met klemmen. Plaats de glazen potten zó in de
braadslede dat ze elkaar niet raken. 500 ml heet water
(ca. 80 °C) in de braadslede gieten. Instellen zoals
aangegeven in de tabel.
Inmaken beëindigen
Fruit
Na enige tijd stijgen er met korte tussenpozen belletjes
Inmaken
Groente, bijv. wortelen
Groente, bijv. komkommer
Steenvruchten, bijv. kersen, prui-
men
Pitvruchten, bijv. appels, aardbijen
Het deeg op de deegrijsstand laten rijzen.
Met de verwarmingsmethode "Deegrijsstand " rijst het
deeg duidelijk sneller dan bij kamertemperatuur en het
droogt niet uit. Start de werking alleen wanneer de
binnenruimte geheel is afgekoeld.
Laat gistdeeg altijd twee maal rijzen. Let op de
gegevens in de insteltabellen voor het 1e en 2e rijzen
(gaarheid van het deeg en afzonderlijke gaarheid).
Gaarheid van deeg
Zet de deegkom op het rooster voor de gaarheid van
deeg. Instellen zoals aangegeven in de tabel.
Open tijdens het gisten de apparaatdeur niet omdat er
anders vochtigheid ontwijkt. Het deeg niet afdekken.
Vormen
Inmaakpotten 1 liter
Inmaakpotten 1 liter
Inmaakpotten 1 liter
Inmaakpotten 1 liter
Voor u in onze kookstudio uitgetest.
op. Apparaat uitschakelen, zodra alle weckflessen
belletjes vormen. Haal de weckflessen na de
aangegeven nawarmtijd uit de binnenruimte.
Groente
Na enige tijd stijgen er met korte tussenpozen belletjes
op. Zodra alle weckflessen borrelen, de temperatuur op
120 °C reduceren en de flessen zoals aangegeven in
de tabel in de gesloten binnenruimte verder laten
borrelen. Schakel na afloop van deze tijd het apparaat
uit en maak zoals in de tabel aangegeven nog enkele
minuten gebruik van de nawarmte.
Haal de flessen na het inmaken uit de binnenruimte en
plaats ze op een schone doek. Zet de hete potten niet
op een koude of natte ondergrond, ze zouden anders
kunnen knappen. Dek de weckflessen af om ze tegen
tocht te beschermen. Klemmen pas verwijderen
wanneer de glazen koud zijn.
Aanbevolen instelwaarden
De aangegeven tijden in de insteltabel zijn richtwaarden
voor het inmaken van fruit en groente. Deze kunnen
worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur, het
aantal potten, de hoeveelheid, de temperatuur en de
kwaliteit van de inhoud. De gegeven hebben betrekking
op ronde potten van1 liter. Controleer voor u om- of
uitschakelt of de potten werkelijk borrelen. Het borrelen
begint na ca. 30-60 minuten.
Gebruikte verwarmingsmethode:
‚ CircoTherm hetelucht
■
Inschuif-
Verwar-
Tempera-
hoogte
mings-
tuur in °C
methode
1
160-170
‚
120
-
1
160-170
‚
-
1
160-170
‚
-
1
160-170
‚
-
Afzonderlijke gaarheid
Plaats het gebak op de inschuifhoogte die in de tabel is
aangegeven.
Wis voor het bakken de vochtigheid uit de
binnenruimte.
Aanbevolen instelwaarden
Temperatuur en duur van het gisten zijn afhankelijk van
de soort en hoeveelheid van de ingrediënten. Daarom
zijn de opgaven in de insteltabel richtwaarden.
Gebruikte verwarmingsmethode:
Œ Deegrijsstand
■
Duur in min.
tot aan het borrelen:30-40
vanaf het borrelen: 30-40
Nawarmen: 30
tot aan het borrelen: 30-40
Nawarmen: 30
tot aan het borrelen:30-40
Nawarmen:35
tot aan het borrelen:30-40
Nawarmen: 25
nl
57