Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bosch HMG936A 1 Series Gebruikershandleiding En Installatie-Instructies pagina 11

Inhoudsopgave

Advertenties

5.1 Verwarmingsmethoden
Om altijd de passende verwarmingsmethode voor uw
gerechten te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over
de verschillen en toepassingen.
Aan de hand van de afzonderlijke symbolen ziet u om
welke verwarmingsmethoden het gaat.
Sym-
Verwarmingsmetho-
bool
de
4D-hetelucht
Boven- en onder-
warmte
Eco hetelucht
Air Fry
Boven- en onder-
warmte Eco
Circulatiegrillen
Grill, groot
Grill, klein
Pizzastand
Langzaam garen
Ontdooien
Onderwarmte
Temperatuurbe-
Gebruik en werkwijze
reik
30 - 275°C
Op één of meer niveaus bakken of braden.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
30 - 300°C
Traditioneel bakken of braden op één niveau. De verwarmings-
methode is bijzonder geschikt voor gebak met vochtige bedek-
king.
De warmte komt gelijkmatig van boven en van onderen.
30-275°C
Gekozen gerechten zonder voorverwarmen op één niveau voor-
zichtig garen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte. Het pro-
duct wordt in fasen bereid met behulp van restwarmte.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmethode tussen 125 -
 250°C.
Houd de deur van het apparaat tijdens het bereiden gesloten.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het ener-
gieverbruik in de circulatieluchtmodus en de energieklasse ge-
bruikt.
30 - 300°C
Knapperig garen op een niveau met weinig vet. Bijzonder ge-
schikt voor normaal in vet gefrituurde gerechten, bijv. frites.
De ventilator wervelt met hoge snelheid de hitte van de grillele-
menten rond het gerecht. De afvoerlucht wordt versterkt uit de
binnenruimte getrokken.
30 - 300°C
Gekozen gerechten voorzichtig garen.
De warmte komt van boven en van onderen.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmethode tussen 150 -
 250°C.
Deze verwarmingsmethode wordt gebruikt voor het bepalen van
het energieverbruik in de conventionele modus.
30 - 300°C
Gevogelte, hele vis of grotere stukken vlees braden.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit.
De ventilator wervelt de hete lucht rond het gerecht.
Grillstanden:
Platte producten, zoals steaks, worstjes of toast grillen. Gerech-
1 = zwak
ten gratineren.
2 = gemiddeld
Het hele oppervlak onder de grill wordt heet.
3 = sterk
Grillstanden:
Kleine hoeveelheden grillen, zoals steak, worstjes of toast. Kleine
1 = zwak
hoeveelheden gratineren.
2 = gemiddeld
Het middelste oppervlak onder de grill wordt heet.
3 = sterk
30 - 275°C
Pizza's of gerechten klaarmaken die veel warmte van onderen
nodig hebben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterwand zijn ingeschakeld.
70 - 120°C
Kort aangebraden, mals vlees in open vormen voorzichtig en
langzaam garen.
De warmte komt bij een lage temperatuur gelijkmatig van boven
en van onderen.
30 - 60°C
Bevroren etenswaar voorzichtig ontdooien.
30 - 250°C
Gerechten nabakken of au bain-marie bereiden.
De warmte komt van onderen.
Wanneer u een verwarmingsmethode kiest, stelt het ap-
paraat u een passende temperatuur of stand voor. U
kunt de waarde overnemen of wijzigen in het weerge-
geven gebied.
Bij temperatuurinstellingen boven 275°C en grillstand
3 verlaagt het apparaat de temperatuur na ca. 40 mi-
nuten tot ca. 275°C resp. grillstand 1.
Functies nl
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave