HOE TE GEBRUIKEN:
FUNCTIEVERGRENDELING
U kunt de functie alleen inschakelen als de oven in
werking is. Wanneer de functie is ingeschakeld,
kunnen de temperatuur- en tijdinstellingen niet per
ongeluk worden gewijzigd.
Stap 1
Stel een ovenfunctie in.
Stap 2
,
conden ingedrukt.
Het signaal klinkt. Loc verschijnt 5
seconden op het display.
Herhaal stap 2 om de Functievergrendeling uit
te schakelen.
Loc verschijnt op het display wanneer u de
regelknop draait of op een willekeurige knop drukt
wanneer de Functievergrendeling is ingeschakeld.
Wanneer u aan de knop voor de ovenfuncties
draait, stopt de oven.
Wanneer u de oven uitschakelt terwijl de
Functievergrendeling is ingeschakeld, schakelt de
Functievergrendeling automatisch over naar de
Kinderslot. Raadpleeg 'Aanvullende functies',
hoofdstuk 'Kinderslot gebruiken'.
RESTWARMTE-INDICATIE
Als u de oven uitschakelt, toont het display de
restwarmte-indicator
van boven de 40 °C.Draai de temperatuurknopnaar
links of rechts om de oventemperatuur te
controleren.
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
Om veiligheidsredenen schakelt de oven na
bepaalde tijd uit als er een ovenfunctie in werking is
en u geen instellingen wijzigt.
AANWIJZINGEN EN TIPS
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
KOOKADVIEZEN
De oven heeft vijf rekniveaus.
Tel de rekniveaus vanaf de bodem van de oven.
Uw oven kan anders bakken of roosteren dan de
oven die u tot nu toe gebruikt heeft. In de
onderstaande tabel vindt u de standaardinstellingen
voor temperatuur, kooktijd en roosterniveau.
Als u voor een speciaal recept de instelling niet
kunt vinden, zoek dan naar een soortgelijk recept.
- houd tegelijkertijd 2 se-
bij een oventemperatuur
(°C)
30 - 115
120 - 195
200 - 245
250 - maximum
Na een automatische uitschakeling draait u de knop
naar de uit-stand.
De automatische uitschakeling werkt niet met de
functies: Binnenverlichting, Duur, Eindtijd.
KOELVENTILATOR
Als de oven in werking is, wordt de koelventilator
automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van
de oven koel te houden. Als u de oven uitschakelt,
kan de koelventilator blijven werken totdat de oven
is afgekoeld.
VEILIGHEIDSTHERMOSTAAT
Een onjuiste bediening van de oven of defecte
componenten kunnen gevaarlijke oververhitting
veroorzaken. Om dit te voorkomen is de oven
voorzien van een veiligheidsthermostaat die de
stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur
is gedaald, wordt de oven automatisch weer
ingeschakeld.
De oven heeft een speciaal systeem dat de lucht
circuleert en voor doorlopende recycling van stoom
zorgt. Dankzij dit systeem is het mogelijk om
voedsel te bereiden in een atmosfeer met stoom en
worden de gerechten zacht van binnen en
knapperig van buiten. Dit reduceert zowel de
bereidingstijd als het energieverbruik.
Voor de bereiding van gebak
De ovendeur mag pas worden geopend als
driekwart van de baktijd is verstreken.
Als u twee bakplaten tegelijkertijd gebruikt, dient u
één niveau ertussen leeg te laten.
(u)
12,5
8,5
5,5
3
19