Het apparaat leren kennen
nl
Verwarmingsmethoden
Om de juiste verwarmingsmethode voor uw gerecht te
kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de
verschillen en toepassingen.
Verwarmingsmethoden
4D hetelucht *
:
Boven- en onderwarmte * 30-250 °C
%
Hetelucht eco
'
Boven- en onderwarmte
+
eco
Circulatiegrillen *
4
Grill, groot
(
Grill, klein
*
Pizzastand
;
Intensieve warmte
&
Langzaam garen
.
Onderwarmte
$
Drogen
'
Warmhouden *
R
coolStart-functie
,
Servies voorverwarmen
ˆ
* Bereiden met stoom bij deze verwarmingsmethode mogelijk (gebruik alleen met gevulde watertank)
--------
Voorgestelde waarden
Bij elke verwarmingsmethode geeft het apparaat een
voorgestelde temperatuur of stand weer. U kunt deze
overnemen of in het betreffende bereik veranderen.
10
Temperatuur
Gebruik
30-250 °C
Voor het bakken en braden op één of meerdere niveaus.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achter-
kant gelijkmatig in de binnenruimte.
Voor het traditioneel bakken en braden op één niveau. Bijzonder geschikt voor gebak
met vochtige bedekking.
De warmte komt gelijkmatig van boven en van onderen.
30-250 °C
Voor het energie-optimaal bereiden van geselecteerde gerechten op één niveau, zon-
der voorverwarmen.
De ventilator verdeelt de energieoptimale warmte van het ronde verwarmingselement
in de achterwand gelijkmatig in de binnenruimte.
30-250 °C
Voor het energie-optimaal bereiden van geselecteerde gerechten.
De warmte komt gelijkmatig van boven en van onderen.
30-250 °C
Voor het braden van gevogelte, hele vis en grotere vleesstukken.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator wervelt
de hete lucht rond de gerechten.
Grillstanden:
Voor het grillen van platte stukken zoals steaks, worstjes of toast en voor het gratine-
1 = zwak
ren.
2 = gemiddeld
Het hele oppervlak van het grillelement wordt heet.
3 = sterk
Grillstanden:
Voor het grillen van kleine hoeveelheden, zoals steaks, worstjes of toast en om te gra-
1 = zwak
tineren.
2 = gemiddeld
Het middelste deel onder het grillelement wordt heet.
3 = sterk
30-250 °C
Voor het bereiden van pizza's en gerechten die veel warmte van onderen nodig heb-
ben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de achter-
wand zijn ingeschakeld.
30-250 °C
Voor gerechten met een knapperige bodem.
De warmte komt van boven en bijzonder sterk van beneden.
70-120 °C
Voor het langzaam garen van aangebraden, zachte stukken vlees in open vormen.
De warmte komt bij een lage temperatuur gelijkmatig van boven en van onderen.
30-250 °C
Voor de bereiding au bain-marie en om na te bakken.
De warmte komt van onderen.
30-150 °C
Voor het drogen van kruiden, fruit en groente.
60-100 °C
Voor het warmhouden van bereide gerechten.
30-250 °C
Voor de snelle bereiding van diepvriesproducten op hoogte 3. De temperatuur is
afhankelijk van de opgaven van de fabrikant. Gebruik de hoogste temperatuur die op
de verpakking staat aangegeven. De bereidingstijd is zoals aangegeven of korter.Het
heeft geen zin om voor te verwarmen
30-70 °C
Voor het opwarmen van servies.