PowerManager
nl
hPower-Manager
M et de functie Power-Manager kan het totale vermogen
P o w e r M a n a g e r
van de kookplaat worden ingesteld.
De kookplaat is in de fabriek vooringesteld. Met de
functie Power-Manager kan de waarde volgens de
vereisen van de betreffende elektro-installatie worden
gewijzigd.
Om deze instelwaarde niet te overschrijden, verdeelt de
kookplaat het beschikbare vermogen automatisch over
de ingeschakelde kookzones.
Zolang de functie Power-Manager is geactiveerd, kan
het vermogen van een kookzone tijdelijk onder de
normale waarde vallen. Wordt er een kookzone
ingeschakeld en is de vermogensbegrenzing bereikt,
dan verschijnt
kort in de kookstanden-indicatie. Het
¬
apparaat regelt en kiest automatisch een zo hoog
mogelijke vermogensstand.
Voor meer informatie over de manier waarop het totale
vermogen van de kookplaat wordt gewijzigd, zie het
hoofdstuk ~ "Basisinstellingen"
28
1Apparaat bedienen
U heeft de bedieningselementen en hun werking al
A p p a r a a t b e d i e n e n
leren kennen. Nu leggen we uit hoe u het apparaat
instelt.
Apparaat in- en uitschakelen
De functiekeuzeknop schakelt het apparaat in en uit.
Zodra u hem in een positie buiten de nulstand draait, is
het apparaat ingeschakeld. Om het apparaat uit te
schakelen de functiekeuzeknop altijd in de nulstand
draaien.
Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Met de functiekeuze- en de temperatuurknop stelt u het
apparaat heel eenvoudig in. In het begin van de
gebruiksaanwijzing staat welke verwarmingsmethode
het meest geschikt is voor welk gerecht.
Voorbeeld in de afbeelding: boven- en onderwarmte
bij 190 °C.
Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode
1.
instellen.
Met de temperatuurknop de temperatuur of
2.
grillstand instellen.
Na enkele seconden begint het apparaat op te warmen.
Wanneer uw gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
uit door de functiekeuzeknop in de nulstand te draaien.
U kunt op het apparaat ook de tijdsduur en
Aanwijzing:
het einde van de werking instellen. ~ "Tijdfuncties"
op pagina 22
%