SMA Solar Technology AG
Aardleidingsbewaking:
De omvormer is uitgerust met een aardleidingsbewaking. Deze herkent als er geen aardleiding is
aangesloten en koppelt de omvormer in dat geval los van het openbare stroomnet. Afhankelijk van
de installatielocatie en netvorm kan het zinvol zijn de aardleidingsbewaking uit te schakelen. Dat is
bijv. nodig bij een IT-net als er geen nulleider beschikbaar is en u de omvormer tussen twee fases
wilt installeren. Neem contact op met uw netwerkexploitant of SMA Solar Technology AG als u
hierover vragen hebt.
☐ De aardleidingsbewaking moet afhankelijk van de netvorm na de eerste inbedrijfstelling
worden gedeactiveerd (zie hoofdstuk 8.5, pagina 40).
Veiligheid conform IEC 62109 bij gedeactiveerde aardleidingsbewaking
Om de veiligheid conform IEC 62109 te garanderen, moet u een van de volgende
maatregelen treffen als de aardleidingsbewaking is gedeactiveerd:
• Sluit een aardleiding van koperdraad met een diameter van ten minste 10 mm² aan op
de klemmenstrook voor de AC-kabel.
• Sluit een extra aarding aan met dezelfde diameter als de op de klemmenstrook voor de
AC-kabel aangesloten aardleiding (zie hoofdstuk 6.3.3, pagina 27). Zo wordt
voorkomen dat er contactstroom optreedt als de aardleiding op de klemmenstrook voor
de AC-kabel kapot gaat.
Aansluiting van een aanvullende aarding
In sommige landen is principieel een aanvullende aarding vereist. Neem in elk geval de ter
plaatse geldende voorschriften in acht.
• Als een aanvullende aarding is vereist, sluit dan een aanvullende aarding aan met
dezelfde diameter als de op de klemmenstrook voor de AC-kabel aangesloten
aardleiding (zie hoofdstuk 6.3.3, pagina 27). Zo wordt voorkomen dat er
contactstroom optreedt als de aardleiding op de klemmenstrook voor de AC-kabel kapot
gaat.
6.3.2
Omvormer op het openbare stroomnet aansluiten
Voorwaarden:
☐ De aansluitvoorwaarden van de netwerkexploitant moeten worden aangehouden.
☐ De netspanning moet binnen het toegestane bereik liggen. Het precieze werkbereik van de
omvormer is in de bedrijfsparameters vastgelegd.
Werkwijze:
1. Schakel de leidingbeveiligingsschakelaar uit en beveilig hem tegen herinschakelen.
2. Als er een externe DC-lastscheider aanwezig is, schakel de DC-lastscheider dan uit en beveilig
hem tegen opnieuw inschakelen.
3. Als de ESS aanwezig en ingestoken is, trek deze dan uit de omvormer.
4. Als de onderste behuizingsdeksel is gemonteerd, schroef dan alle schroeven van de onderste
behuizingsdeksel met een inbussleutel (SW 3) los en verwijder de deksel.
Bedieningshandleiding
6 Elektrische aansluiting
SB30-50TL-21-BE-nl-11
25