Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beveiliging Configureren - Dell 5130cdn Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Bijvoorbeeld: \\<hostnaam server>\<naam gedeelde printer>
De hostnaam server is de naam van de servercomputer waaronder die is geregistreerd op het netwerk. De naam gedeelde printer is de naam die is toegewezen tijdens
het server-installatieproces.
4. Als dit een nieuwe printer is, wordt u misschien gevraagd een printerstuurprogramma te installeren. Als er geen printerstuurprogramma beschikbaar is, zult u een pad
moeten opgeven naar beschikbare stuurprogramma's.
5. Selecteer of u wilt dat deze printer de standaardprinter is voor de client, klik op Volgende.
6. Als u de installatie wil controleren, klikt u op Testpagina afdrukken.
7. Klik op Voltooien.
Als de testpagina goed wordt afgedrukt, is het installeren van de printer voltooid.
Windows 7, Windows 7 64-bit Edition, Windows Server 2008 R2 64-bit Edition
1. Klik op Starten® Apparaten en printers.
2. Klik op Een printer toevoegen om het Printer toevoegen hulpprogramma te starten.
3. Selecteer Netwerkprinter, draadloze printer of Bluetooth-printer toevoegen. Indien de printer staat vermeld, selecteer de printer dan en klik op Volgende, of
selecteer De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst. Klik op Een gedeelde printer op naam selecteren en typ het pad van de printer in het
tekstvakje, klik vervolgens op Volgende.
Bijvoorbeeld: \\<server host-naam>\<gedeelde printer-naam>
De server host-naam is de naam van de server-computer waaronder die is geregistreerd op het netwerk. De gedeelde printer-naam is de naam die is toegewezen
tijdens het server-installatieproces.
4. Als dit een nieuwe printer is, kunt u gevraagd worden een printerstuurprogramma te installeren. Als er geen printer-stuurprogramma beschikbaar is, zult u het pad
moeten opgeven waar wel stuurprogramma's te vinden zijn.
5. Bevestig de naam van de printer en klik op Volgende.
6. Selecteer of u deze printer als standaard printer wenst voor de client.
7. Indien u de installatie wilt verifiëren klikt u op Testpagina afdrukken.
8. Klik op Voltooien.
Als de testpagina goed wordt afgedrukt, is het installeren van het apparaat voltooid.

Beveiliging configureren

1. Druk op de knop Menu.
2. Druk op de knop
totdat het Beheermenu is gemarkeerd en druk dan op de knop
3. Druk op de knop
totdat Paneelinstel is gemarkeerd en druk dan op de knop
4. Paneelvergrend wordt weergegeven. Druk op de knop
5. Druk op de knop
totdat Aan is gemarkeerd en druk dan op de knop
6. Voer het nieuwe wachtwoord in en druk op daarna op de knop
7. Voer ter bevestiging van het wachtwoord dat u hebt ingevoerd, het wachtwoord opnieuw in en druk dan op de knop
Het wachtwoord is gewijzigd.
OPMERKING:
Als u uw wachtwoord niet meer weet, schakelt u de printer uit. Vervolgens houdt u de knop Menu ingedrukt en schakelt u de printer in. Voer stap 2
t/m 7 uit om het wachtwoord te resetten. Dit brengt de oorspronkelijke fabrieksinstelling voor het paneelwachtwoord terug.
OPMERKING:
Als u het wachtwoord wijzigt terwijl de paneelvergrendeling aan staat, voert u de volgende stappen uit. Voer stap 1 en 2 uit. Druk op de knop
Wijzig wachtwrd is gemarkeerd en druk dan op de knop
OPMERKING:
Als de paneelvergrendeling aan is, is de fabrieksinstelling voor het paneelwachtwoord 0000.
Uitschakelen
Paneelvergrend
Aan
*
0000
Wijzig wachtwrd
0000-9999
(SET).
(SET). Voer stap 6 en 7 uit om het wachtwoord te wijzigen. Hierdoor wordt het wachtwoord gewijzigd.
*
Vergrendelt het Beheermenu niet met een wachtwoord.
Vergrendelt het Beheermenu met een wachtwoord.
Stelt het wachtwoord in dat vereist is om het Beheermenu te openen of wijzigt dit.
(SET).
(SET).
(SET).
(SET).
(SET).
totdat

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave