1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2. In het menu Bestand selecteert u Afdrukken.
3. Controleer of de juiste printer is geselecteerd in het dialoogvenster. Wijzig de printerinstellingen voor de taak (zoals de
pagina's die u wilt afdrukken en het aantal exemplaren).
4. Klik op Voorkeuren als u systeeminstellingen wilt instellen die niet beschikbaar zijn op het eerste scherm, en klik op
OK.
5. Klik op OK of Afdrukken om de taak naar de geselecteerde printer te verzenden.
Een afdruktaak annuleren
U kunt een afdruktaak op verschillende manieren annuleren.
Annuleren via het operatorpaneel
Een taak annuleren waarvan het afdrukken al begonnen is:
Druk op Cancel (Annuleren).
Het afdrukken wordt geannuleerd, maar alleen voor de huidige taak. Alle volgende taken worden gewoon afgedrukt.
Annuleren van een taak vanaf een computer die draait onder Windows
Annuleren van een taak vanaf de taakbalk
Wanneer u een taak voor afdrukken verzendt, verschijnt er een klein printerpictogram in de rechterhoek van de taakbalk.
1. Dubbelklik op het printerpictogram.
Er verschijnt een lijst met afdruktaken in het printervenster.
2. Selecteer de taak die u wilt annuleren.
3. Druk op Delete op uw toetsenbord.
Een taak annuleren vanaf het bureaublad
1. Minimaliseer alle programma's, zodat het bureaublad verschijnt.
Klik op Start® Printers en faxapparaten.
Klik op Starten® Apparaten en printers (voor Windows 7 en Windows Server
Klik op Start® Configuratiescherm® Hardware en geluiden® Printers (voor Windows Vista
Klik op Start® Configuratiescherm® Printers (voor Windows Server 2008).
Klik op Start® Instellingen® Printers (voor Windows 2000).
Er verschijnt een lijst van beschikbare printers.
®
2008 R2).
®
).