Voor Windows Vista:
a. Open het Configuratiescherm.
b. Selecteer Netwerk en internet.
c. Selecteer Netwerkcentrum.
d. Selecteer Verbinding met een netwerk maken.
e. Selecteer de instelling die u naar de printer stuurt uit de netwerkitems in de lijst in Verbinding met een
netwerk maken.
f. Selecteer Toch verbinding maken in het waarschuwingsvenster waarin u erop wordt gewezen dat u zich op
onbeveiligd terrein begeeft.
g. Klik op Sluiten in het dialoogvenster nadat u hebt gecontroleerd of de verbinding is gelukt.
Voor Windows Server 2008:
a. Open het Configuratiescherm.
b. Selecteer Netwerkcentrum.
c. Selecteer Verbinding met een netwerk maken.
d. Selecteer de instelling die u naar de printer stuurt uit de netwerkitems in de lijst in Verbinding met een
netwerk maken.
e. Selecteer Toch verbinding maken in het waarschuwingsvenster waarin u erop wordt gewezen dat u zich op
onbeveiligd terrein begeeft.
f. Klik op Sluiten in het dialoogvenster nadat u hebt gecontroleerd of de verbinding is gelukt.
Voor Windows Server 2008 R2 en Windows 7:
a. Open het Configuratiescherm.
b. Selecteer Netwerk en internet.
c. Selecteer Netwerkcentrum.
d. Selecteer Verbinding met een netwerk maken.
e. Selecteer de instelling die u naar de printer hebt gestuurd vanaf de netwerkitems die staan vermeld in de
beschikbare netwerklijst en klik op Verbinding maken.
f. Voer de Beveiligingssleutel in en klik indien nodig op OK.
Voor vaste-IP-netwerken:
1. De computer configureren voor draadloze connectiviteit:
OPMERKING:
Als uw computer is voorzien van een tool voor de draadloze adapter, wijzigt u de draadloze instellingen
met behulp van deze tool. Of u kunt de draadloze instellingen wijzigen met behulp van de tool die onderdeel uitmaakt
van het besturingssysteem. Zie de onderstaande instructies.
Voor Windows XP en Windows Server 2003:
a. Selecteer in het configuratiescherm Netwerkverbindingen.
b. Klik met de rechtermuisknop op Draadloze netwerkverbinding en selecteer Eigenschappen.