Het specificeren van de tijd voor het overgaan naar spaarstand.
Waarden:
Slaapstand
Versterkte
slaapstand
Kies 5 als u de printer vijf minuten na de laatste taak wilt laten overschakelen naar de spaarstandmodus. Zo wordt veel
energie bespaard, maar het opwarmen van de printer zal iets langer duren. Voer 5 in als uw printer een elektrisch circuit deelt
met de kantoor- of kamerverlichting en u merkt dat de lichten knipperen.
Selecteer een hoge waarde als uw printer voortdurend in gebruik is. In de meeste gevallen zal de printer dan steeds klaar zijn
voor gebruik, met een minimale opwarmtijd. Kies een waarde tussen 5 en 30 minuten voor de energiebesparingstijd als u een
compromis zoekt tussen energiebesparing en een vlotte opwarmtijd.
De printer keert automatisch terug uit de spaarstand terug naar stand-by wanneer er gegevens doorkomen van de computer
of van een externe faxprinter. U kunt de printer ook zelf in stand-by zetten, met een druk op een willekeurige knop op het
operatorpaneel.
Audiotonen
Toepassing:
Het configureren van de instellingen voor tonen die klinken wanneer de printer wordt bediend of wanneer een
waarschuwingsmelding verschijnt.
Waarden:
Uit
Bedieningspaneel
Aan Er klinkt een toon wanneer de invoer van het operatorpaneel juist is.
Uit
Onjuiste toets
Aan Er klinkt een toon wanneer de invoer van het operatorpaneel onjuist is.
Uit
Apparaat gereed
Aan Er klinkt een toon wanneer de printer gereed is voor gebruik.
Uit
Taak voltooid
Aan Er klinkt een toon wanneer een taak voltooid is.
Uit
Fouttoon
Aan Er klinkt een toon wanneer een taak op abnormale wijze wordt beëindigd.
Uit
Waarsch.toon
Aan Er klinkt een toon wanneer een probleem optreedt.
Uit
Papier is op
Aan Er klinkt een toon wanneer het papier van de printer op is.
Uit
Toner bijna op
Aan Er klinkt een toon af wanneer toner of een ander verbruiksmateriaal bijna op is.
Uit
Basistoon
*
15 min.
Bepaalt de tijd voor het inschakelen van de spaarstandmodus (Slaapstand) in minuten.
5-30
min.
*
15 min.
Bepaalt de tijd voor het inschakelen van de spaarstandmodus (Versterkte slaapstand) in
1-29
minuten.
min.
*
Er klinkt geen toon wanneer de invoer van het operatorpaneel juist is.
*
Er klinkt geen toon wanneer de invoer van het operatorpaneel onjuist is.
*
Er klinkt geen toon wanneer de printer gereed is voor gebruik.
*
Er klinkt geen toon wanneer een taak voltooid is.
*
Er klinkt geen toon wanneer een taak op abnormale wijze wordt beëindigd.
*
Er klinkt geen toon wanneer een probleem optreedt.
*
Er klinkt geen toon wanneer het papier van de printer op is.
*
Er klinkt geen toon wanneer toner of een ander verbruiksmateriaal bijna op is.
Er klinkt geen waarschuwingstoon wanneer een operatorpaneeldisplay terugkeert naar
*
de aanvangsinstelling doordat het hele menu is doorlopen.