HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG
TE GEBRUIKEN
1
Om het bedieningspaneel aan te zetten, druk
op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen.
Kort nadat u begint te lopen, zal de display
oplichten.
2
Kies een hartslagprogramma.
Druk, om een van de twee hartslagprogramma's
te kiezen, meerdere keren op de [HEART RATE
CONTROL PROGRAMMA] (Hartslag) toets totdat
de woorden HEART RATE 1 of HEART RATE 2
(HARTSLAG 1 of HARTSLAG 2) op de display
verschijnen. De programmatijd en een profiel van
de doelhartslaginstellingen van het programma
zullen op de display worden weergegeven.
3
Toets een doelhartslagfrequentie in.
Als u een hart-
slagprogramma
selecteert, dan zal
de maximale doel-
hartslag in het
midden van de
display verschij-
nen. Gebruik, als
u dat wilt, de toename of afname toetsen om de
instelling van de maximaal na te streven hartslag
te veranderen. Druk vervolgens op de [ENTER]
toets. Aandacht: Als u de maximale doelhartslag
bijstelt, dan wordt het intensiteitsniveau van het
hele programma gewijzigd.
All manuals and user guides at all-guides.com
18
4
Houdt de handgreep met polssensor vast of
draag de optionele borstkas-sensor.
Om het hartslagprogramma te gebruiken, moet u
de optionele borstkas-sensoren dragen of de
handsensoren gebruiken (zie pagina 23 voor
informatie over de borstkas-sensor). Opmerking:
Het kan zijn dat het bedieningspaneel de juiste
meting van de hartslag niet kan aangeven als u
de optionele borstkast-sensor gebruikt en u zich
vasthoudt aan de handgrepen met polssensor.
Als u de handsensoren gebruikt, moet u niet
noodzakelijk tijdens de hele duur van programma
de contactpunten vasthouden; u moet echter de
contactpunten geregeld vasthouden voor een
correcte werking van het programma. Telkens
als u de handsensoren vasthoudt, houd dan
uw handen minstens 30 seconden op de con-
tactpunten.
5
Begin te trappen om het programma te
starten.
Elk hartslagprogramma is onderverdeeld in 20 of
30 segmenten van één minuut. Er wordt een
doelhartslag geprogrammeerd voor elk segment.
Opmerking: U kunt dezelfde doelhartslag pro-
grammeren voor twee of meer opeenvolgende
segmenten.
De na te streven hartslaginstelling van het eerste
segment zal door de hoogte van het flikkerend seg-
ment van het profiel op de display worden aange-
geven. Het profiel van het volgende segment zal,
waneer het eerste segment van het programma
eindigt, beginnen op te flikkeren. De na te streven
hartslaginstelling van het volgende segment zal
dan door de hoogte van het flikkerende segment
van het profiel worden aangegeven.