Als de installatie is voltooid, kunt u een testpagina afdrukken. Klik op Voltooien
5
om de installatie te voltooien en de wizard af te sluiten. U bent nu klaar
om af te drukken.
Installeren op een netwerk
Een IP-adres toewijzen
Voordat u de printer in het netwerk kunt gebruiken, moet u een IP-adres, subnetmasker
en gateway voor de printer instellen. Als u het IP-adres automatisch wilt laten instellen door
DHCP of BOOTP, moet er een DHCP- of BOOTP-server bestaan in het netwerk.
Als het netwerk DHCP/BOOTP gebruikt, wordt automatisch een IP-adres toegewezen nadat
de netwerkkabel op de printer is aangesloten. Als er geen DHCP of BOOTP is, wordt
automatisch een bestaand IP-adres 192.0.0192 of lokaal koppelingsadres 169.254.xxx.xxx
toegewezen door de printer.
Als u het IP-adres handmatig wilt configureren, kunt u de meegeleverde CD "Software
installeren op Microsoft® Windows®-besturingssystemen" gebruiken. Druk de
Configuratiepagina van de printer af om de actuele netwerkconfiguratie en het MAC-adres
te zien. U hebt deze informatie nodig om de printer voor het netwerk te kunnen configureren.
Zorg dat de printer op het netwerk is aangesloten en is ingeschakeld. Sluit alle
1
programma's.
Plaats de CD "Software installeren op Microsoft® Windows®-besturingssystemen".
2
62