2.
Klik op Print settings (Afdrukinstellingen) en vervolgens op het tabblad Paper/quality (Papier/kwaliteit).
3.
Kies uit de beschikbare papiersoorten.
Als u het gewenste papierformaat niet vindt, klikt u de knop Custom (Aangepast). Voer de breedte, de
lengte en de naam van uw aangepaste papierformaat in. Klik op de knop Save (Opslaan) en OK.
4.
Selecteer Show preview before printing (Voorbeeld weergeven vóór afdrukken). U kunt de
standaardinstellingen voor papierbron, papiertype en afdrukkwaliteit wijzigen.
5.
Op het tabblad Color (Kleur) is de standaardkleurbeheeroptie Printer managed colors (Kleuren beheerd
door printer) en dit is de juiste optie want u hebt Printer Manages Colors (Kleuren beheerd door printer) al
geselecteerd in Photoshop.
Afdrukken en schalen vanuit Microsoft Office
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u kunt afdrukken en schalen vanuit Microsoft Office 2013.
120 Hoofdstuk 9 Praktische afdrukvoorbeelden
NLWW