Vacuüm afdrukken: Stelt de vacuümwaarde in de afdrukzone in om het substraat vlak te houden.
●
Verhoog deze waarde als het substraat vastloopt of als u vlekken ziet. Verlaag deze waarde als u
strepen waarneemt of de afdruk korrelig is.
Doorvoerfactor: Hiermee kunt u de substraatdoorvoer bij elke wagenpassage verhogen of verlagen.
●
Vertragingscompensatie tussen passages: De vertragingstijd tussen de passages zorgt voor een
●
betere droging. Verhoog de vertraging als u strepen op uw afdrukken waarneemt.
Invoerspanning: Dit is de substraatterugwikkelspanning. Verhoog deze waarde in het geval van
●
gekreukeld substraat in de afdrukzone.
8.
Wanneer u klaar bent, drukt u op Continue (Doorgaan) om de kleurkalibratie uit te voeren.
9.
Voer uw substraatnaam en klik op Start color calibration (Kleurkalibratie starten). Zie
op pagina
10.
Nadat het automatisch kleurkalibratieproces voltooid is, raden wij aan om het ICC-profiel te gebruiken; U
kunt ook kiezen om een nieuw profiel aan te maken of om een profiel dat reeds is toegewezen aan een
andere afdrukmodus voor dit substraat, te kopiëren (als er dergelijke profielen zijn). De knop Create ICC
profile (ICC-profiel aanmaken) is uitgeschakeld totdat de kleurkalibratie is voltooid. Zie
op pagina
De instellingen wijzigen tijdens het afdrukken
80
Hoofdstuk 4 Substraatinstellingen
83.
86.
Kleurkalibratie
ICC-profielen
NLWW