Foutcode
16.13:10
16.14:10
16.84:03, 16.85:03
21:13
21.2:10
21.5:03
25.n:10 (waarbij n = het
nummer van de inktpatroon)
27.1:00
27.n:01 (waarbij n = het
nummer van de sleuf in de
printkop)
152 Hoofdstuk 10 Overige problemen oplossen
Aanbeveling
Sensormeting hardingstemperatuur buiten bereik (temperatuursensor 3 is mislukt of niet verbonden).
1.
Schakel de printer uit.
2.
Controleer of de omgevingstemperatuur binnen de printerspecificaties valt (15–35 °C).
3.
Controleer of de elektronische behuizingen aan de achterzijde van de printer goed zijn
geventileerd.
4.
Schakel de printer in.
Sensormeting hardingstemperatuur buiten bereik (temperatuursensor 4 is mislukt of niet verbonden).
1.
Schakel de printer uit.
2.
Controleer of de omgevingstemperatuur binnen de printerspecificaties valt (15–35 °C).
3.
Controleer of de elektronische behuizingen aan de achterzijde van de printer goed zijn
geventileerd.
4.
Schakel de printer in.
Weerstand luchtgordijn buiten bereik. Controleer of de ventilatoren van het luchtgordijn (aan de
voorkant van de hardingsmodule) werken en niet verstopt zijn.
Kan de onderhoudscartridge niet langs zijn volledige baan verplaatsen.
1.
Schakel de printer uit.
2.
Wanneer de printer is uitgeschakeld, verwijdert u handmatig de printkoponderhoudscartridge.
3.
Zorg ervoor dat zich geen obstructies bevinden in de baan van de printkoponderhoudscartridge.
Verwijder alle zichtbare obstakels (papier, kunststof onderdelen, enz.) die de verplaatsing
belemmeren.
4.
Installeer de printkoponderhoudscartridge opnieuw.
5.
Schakel de printer in.
6.
Als de fout aanhoudt, vervangt u de onderhoudspatroon.
Fout onderhoudspatroon.
1.
Schakel de printer uit.
2.
Verwijder de onderhoudspatroon en plaats deze opnieuw.
3.
Schakel de printer in.
4.
Als de fout aanhoudt, vervangt u de onderhoudspatroon.
Het onderdeel dat de papierrolreinigingscassette laat bewegen is geblokkeerd.
1.
Schakel de printer uit.
2.
Verwijder de onderhoudspatroon en plaats deze opnieuw.
3.
Schakel de printer in.
4.
Als de fout aanhoudt, vervangt u de onderhoudspatroon.
Er is een mogelijke fout gedetecteerd in de druksensor van de inktcartridge. Het aangegeven inktniveau
is mogelijk niet nauwkeurig. Neem indien mogelijk contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Verschillende geblokkeerde spuitmondjes zijn gedetecteerd in de optimizer-printkop. Als de
afdrukkwaliteit niet aanvaardbaar is, reinigt of vervangt u de printkop.
Er is een groot aantal geblokkeerde spuitmondjes gedetecteerd in een of meer printkoppen. Kalibreren
kan zijn mislukt als gevolg van lage printkopprestaties. Reinig alle printkoppen en controleer hun
status.
NLWW