Productinformatie
A WAARSCHUWING
Uw
buitenboordmotor
maximumvermogen, aangeduid op het
vermogensplaatje van uw boot, niet
overschrijden.
Door
vermogen kunt u de controle over uw
boot verliezen. Vraag raad aan uw Dealer
of de fabrikant van uw boot, als uw boot
geen vermogensplaatje heeft.
Voor boten die zijn ontworpen voor een
buitenboordmotor
afstandsbediening,
buitenboordmotor met stuurarm met het
nominale maximumvermogen te krachtig
zijn. Vraag raad aan uw Dealer of de
fabrikant van uw boot, als u niet zeker
weet of uw boot geschikt is.
Als
de
spiegelhoogte
buitenboordmotor en de boot niet goed
op elkaar zijn afgestemd, kan de boot
instabiel worden en kunt u de controle
verliezen. Raadpleeg Spiegelhoogte.
Vermijd laterale beweging en mogelijk
verlies van uw buitenboordmotor door
gebruik te maken van de meegeleverde
montageonderdelen of onderdelen met
de juiste maten, sterkte en kwaliteit.
Raadpleeg
De
installeren on page 69.
Een montagevlak dat is beschadigd of te
dun is om uw buitenboordmotor te
kunnen dragen, kan het tijdens de vaart
begeven, zodat u de controle verliest.
Controleer goed of de spiegel van uw
boot of de montagebeugel in goede staat
verkeert en 1 5/8 in. (41 mm) tot 2 3/4 in.
(70 mm) dik is.
MEDEDE
Hef de motor op met een
geschikte takel. Zie Specificaties on page
75 voor het gewicht van de motor.
68
INSTALLATIE
mag
het
een
te
hoog
met
kan
een
van
de
buitenboordmotor
SPIEGELHOOGTE
Let erop dat de spiegelhoogte overeenstemt
met
de len gte
van
buitenboordmotor.
• Voor een spiegelhoogte van 19 tot 21 in.
(48.3 tot 53.3 cm) is een buitenboordmotor
met een as van 20 in. (50.8 cm) nodig.
• De aslengte van de geïnstalleerde buiten-
boordmotor moet ongeveer overeenstem-
men met de spiegelhoogte van de boot.
• Zie Specificaties on p age 75 voor de
spiegelhoogte.
Meet de spi egelhoogte vanaf de bovenrand
van de spiegel langs de middellijn.
3
1. Middellijn
2. Antiventilatieplaat
3. Spiegelhoogte
De prestaties van de boot zijn afhankelijk van
de montagehoogte van de buitenboordmotor.
Algemeen gesteld moet de antiventilatieplaat
van de tandwielkast ter hoogte van de
onderkant van de romp zitten. Conventionele
V-rompen presteren meestal goed wanneer
de antiventilatieplaat ongeveer 25 mm boven
de onderkant van de romp zit.
De antiventilatieplaat mag NIET mee r dan 5
cm ONDER de onderkant van de romp
uitsteken.
Test de bu itenboordmotor en vaarprestaties
op verschillende hoogten, om d e optimale
hoogte te bepalen.
BELANGRIJK: Let erop dat de waterdruk
van de buitenboordmotor niet nadelig wordt
beïnvloed door de montagehoogte van de
buitenboordmotor.
de
geïnstalleerde
1
2
007039