Starten – Elektrische modellen met
stuurarm
Druk
al
zittend
(Contactschakelaar, als die er is, moet op ON
staan.) De motor niet langer starten dan
20 seconden.
1. Startknop
Laat de knop los zodra de motor aanslaat.
Als de motor niet start, de knop even loslaten
en opnieuw proberen.
MEDEDE
De startmotor kan beschadigd
raken als hij langer dan 20 seconden
continu moet draaien.
BELANGRIJK: De motor start niet als de
buitenboordmotor in een versnelling staat of
het bindsnoer niet is bevestigd.
Als
uw
buitenboordmotor
reageert bij deze startprocedure of helemaal
niet start, zie dan Oplossen van problemen
on page 66.
Na het aanslaan van de motor
Controleer de waterpo mpcontroleslang. Een
ononderbroken waterstraal geeft aan dat de
pomp werkt. Als er gee n ononderbroken
waterstraal
te zien i
waterpompcontroleslang, stop dan de motor.
de
startknop
in.
1
007010
niet
normaal
s
vanuit
de
Raadpleeg Oververhitting van de motor on
page 45.
1. Waterpompindicator
De motor uitzetten
Draai de gashendel naar de LAAGST E
toerentalstand.
Zet de schakelhendel op NEUTRAL.
Druk op de motoruitschake laar tot de
buitenboordmotor
ventilatieschroef aan de
brandstoftank, indien aanwezig.
1. STOP-knop
H
ANDELING
1
007011
stilvalt.
Sluit
vuldop van de
1
007012
de
29