3. Draai de bouten los waarmee de rijhendels zijn
vastgezet (Figuur 68)
1. Rijhendel
2. Rijhendelsteun
4. Laat iemand de rijhendelsteunen (niet de rijhendels)
helemaal naar voren duwen in de stand voor de
maximumsnelheid en deze in die positie houden.
5. Stel de rijhendels zodanig af dat ze in een lijn staan
(Figuur 69) en draai de bouten vast waarmee de
rijhendels worden bevestigd aan de steunen.
Figuur 68
3. Bouten
59