Onderhoud
brandstofsysteem
Opmerking: Zie Brandstoftank vullen voor de
aanbevolen brandstof
GEVAAR
In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof
en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en
explosief. Brand of explosie van brandstof kan
brandwonden of materiële schade veroorzaken.
• Gebruik een trechter of tuit; brandstof
uitsluitend in de open lucht bij een afgezette
of koude motor bijvullen. Eventueel gemorste
brandstof opnemen.
• Vul de brandstoftank niet helemaal. Vul de
brandstoftank tot aan de onderkant van de
vulbuis.
• Rook nooit wanneer u met brandstof bezig bent
en houd de brandstof weg van open vlammen
of vonken.
• Bewaar de brandstof in schone, veilige en
goedgekeurde containers en zorg dat de dop op
zijn plaats blijft.
Onderhoud van de
waterafscheider
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren
Verwijder dagelijks water of ander vuil uit de
waterafscheider (Figuur 48). Vervang de filterbus om
de 400 bedrijfsuren.
1. Plaats een schone opvangbak onder het
brandstoffilter.
2. Draai de aftapplug onder de filterbus los.
Figuur 48
1. Filterbus van waterafscheider
3. Reinig de omgeving van de plaats waar de filterbus
wordt gemonteerd.
4. Verwijder de filterbus en reinig de plaats waar deze
wordt gemonteerd.
5. Smeer schone olie op de pakking van de filterbus.
6. Monteer de filterbus met de hand totdat de pakking
contact maakt en draai deze vervolgens nog een
halve slag verder.
7. Draai de aftapplug onder de filterbus vast.
Brandstoftank reinigen
Onderhoudsinterval: Om de 2 jaar
De brandstoftank moet om de 2 jaar worden afgetapt en
gereinigd. Verwijder en reinig ook de inline-zeven nadat
u de tank hebt afgetapt. Gebruik schone dieselbrandstof
om de tank uit te spoelen.
Belangrijk: De tank moet worden afgetapt en
gereinigd als het brandstofsysteem vervuild raakt of
wanneer de machine voor langere tijd wordt gestald.
Brandstofleidingen en
-verbindingen
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren
Controleer de brandstofleidingen en -verbindingen
om de 400 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste
periode moet worden aangehouden. Controleer ze op
slijtage, beschadigingen, insnijdingen of loszittende
verbindingen.
Het Brandstofsysteem
ontluchten
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
Zorg ervoor dat de brandstoftank minstens half vol
is.
2. Ontgrendel en open de motorkap.
3. Leg een doek onder de ontluchtschroef op
de brandstofinjectiepomp en draai deze open
(Figuur 49).
47