WAARSCHUWING
De beveiliging van het elektrische systeem zal
niet goed werken als de verbindingsdraad is
gemonteerd.
• Maak de verbindingsdraad los van de stekker
van de kabelboom en sluit de stekker aan op
de stoelschakelaar als de afstelling klaar is.
• Gebruik de machine nooit als de
verbindingsdraad is gemonteerd en de
stoelschakelaar is omgeleid.
12. Zet de stoel omlaag in positie.
13. Haal de kriksteunen weg.
Maximumsnelheid instellen
1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de gashendel op Langzaam, schakel de motor uit,
verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat
u de bestuurdersstoel verlaat.
3. Draai de bouten los waarmee het voorpaneel vastzit,
en verwijder het paneel (Figuur 66).
Figuur 66
1. Bouten van voorpaneel
4. Draai de contramoer op de aanslagbout voor een
van de rijhendels los (Figuur 67).
1. Aanslagbout
2. Rijhendel
5. Draai de aanslagbout helemaal in (van de rijhendel
af).
6. Duw de rijhendel zo ver mogelijk naar voren houd
hem in deze positie.
7. Draai de aanslagbout uit (in de richting van de
rijhendel) totdat de afstand tussen de kop van de
aanslagbout en de rijhendel 1,5 mm is.
8. Draai de contramoer vast om de aanslagbout vast
te zetten.
9. Herhaal stappen 4 tot en met 8 voor de andere
rijhendel.
10. Monteer het voorpaneel.
Opmerking: Als u de maximumsnelheid wilt verlagen,
moet u de snelheid voor beide rijhendels volgens
bovenstaande procedure instellen, vervolgens elke
aanslagbout even ver uitdraaien in de richting van de
rijhendel totdat u de gewenste maximumsnelheid heeft
bereikt (u zult de instelling waarschijnlijk verschillende
keren moeten controleren). Controleer of de machine
in een rechte lijn rijdt en geen bocht maakt als u beide
rijhendels helemaal naar voren duwt. Als de machine
een bocht maakt, zijn de aanslagbouten niet gelijkmatig
afgesteld en moet u deze nogmaals afstellen.
De sporing afstellen
1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de gashendel op Langzaam, schakel de motor uit,
verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat
u de bestuurdersstoel verlaat.
58
Figuur 67
3. Contramoer
4. 1,5 mm